Persbericht
23 oktober 2018
Recent afgestudeerde hbo’ers evalueren sommige aspecten van hun
opleiding op een andere manier dan laatstejaarsstudenten, zo blijkt uit
een gemeenschappelijke analyse van gegevens van de Nationale Studenten
Enquête (NSE) en de HBO-Monitor, uitgevoerd door het Researchcentrum
voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht.
Hoewel de gemiddelde oordelen van laatstejaarsstudenten en
afgestudeerden over de meeste aspecten van hun opleiding in elkaars
verlengde liggen, nuanceren afgestudeerden hun opinies over sommige
deelaspecten als gevolg van hun ervaringen bij de stap naar de
arbeidsmarkt. Gemiddeld zijn afgestudeerden iets positiever over hun
docenten en iets kritischer over de mate waarin hun opleiding hen
voorbereidde op de arbeidsmarkt.
NSE en HBO-Monitor
Zowel de NSE (uitgevoerd door Studiekeuze123) als de HBO-Monitor
(uitgevoerd door ROA) bevatten ieder jaar beoordelingsvragen waarbij
respondenten gevraagd wordt verschillende aspecten van hun hbo-opleiding
te evalueren. De NSE focust hierbij enkel op studenten, terwijl de
HBO-Monitor zich uitsluitend richt op recent afgestudeerden. Voorheen
was het echter nog onduidelijk hoe de oordelen van laatstejaarsstudenten
en afgestudeerden zich tot elkaar verhouden.
Studieoordeel deels afhankelijk van studieachtergrond en leeftijd
Een eerste resultaat van de vergelijkende ROA-analyse is dat
beoordelingsschommelingen in beide metingen sterk lijken samen te
hangen. Als opleidingen door studenten boven- of onder- gemiddeld worden
gewaardeerd, krijgen ze gewoonlijk ook van afgestudeerden deze
beoordeling. Een voorwaarde is daarbij wel dat de componenten met
dezelfde antwoordschaal zijn gemeten. De beoordeling van
opleidingsaspecten door afgestudeerden lijkt verder niet noemenswaardig
te verschillen tussen mannen en vrouwen. Oudere afgestudeerden zijn
meestal wel wat kritischer en afgestudeerden met een mbo-vooropleiding
doorgaans iets positiever. De sterke samenhang tussen de
beoordelingsvariaties die gemeten werden in de NSE en de HBO-Monitor kan
gezien worden als een validering van beide onafhankelijk van elkaar
uitgevoerde onderzoeken.
Hbo’ers na studie positiever over docenten en kritischer over
voorbereiding arbeidsmarkt
Om een beeld te krijgen van de toegevoegde waarde van de
beoordelingsvragen in de HBO-Monitor bovenop de informatie uit de NSE,
werden eveneens de beoordelingsverschillen tussen studenten en
afgestudeerden bestudeerd. Hoewel voor de meeste opleidingsaspecten het
gemiddelde oordeel van studenten en afgestudeerden nauwelijks verschilt,
is dat duidelijk niet zo voor de evaluatie van docenten. Hetzelfde geldt
voor de beoordeling van de mate waarin de opleiding voorbereidt op het
beroepsleven. Recent afgestudeerden zijn namelijk gemiddeld positiever
over de betrokkenheid en het inspirerend vermogen van hun docenten, en
gemiddeld negatiever over de mate waarin hun opleiding hen voorbereidde
op de beroepsloopbaan. In beide gevallen gaat het echter om een
wijziging van slechts ongeveer 0,3 tot 0,4 schaalpunten (op een
vijf-puntschaal), wat suggereert dat het eerder om een lichte
bijstelling van het oorspronkelijke oordeel gaat dan om een fundamentele
herziening.
Succes op de arbeidsmarkt voorspellend voor studiebeoordeling achteraf
Een verdere analyse toont bovendien dat de studiebeoordeling van hbo’ers
beïnvloed wordt door hun arbeidsmarktervaring tijdens het eerste jaar
van afstuderen. Zo zijn afgestudeerden van opleidingen met gunstige
arbeidsmarktresultaten na afstuderen positiever in hun oordeel over de
voorbereiding op de arbeidsmarkt, dan tijdens de studie zelf.
Afgestudeerden van opleidingen met veel doorstroom naar vervolgonderwijs
worden na afstuderen daarentegen juist kritischer in hun oordelen over
hun docenten. Ten laatste blijkt dat veranderingen in studieoordeel
tijdens en na de studie slechts in beperkte mate worden verklaard door
individuele arbeidsmarktervaringen van afgestudeerden. De veranderingen
worden vooral verklaard door het arbeidsmarktsucces van hun opleiding
als geheel, ook als deze afwijken van het individuele
arbeidsmarktsucces.
Noot voor de pers:
Het rapport ‘Wie A zegt, zegt ook B?’ is geschreven door Jim Allen en
Barbara Belfi. U kunt het rapport downloaden via de website van het ROA.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met dr. Barbara Belfi,
tel. 043 388 3647, e-mail b.belfi@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx [1]
U kunt ook terecht bij Margot Krijnen, persvoorlichter UM, tel. 043 388
52 30 of 06 36 43 34 88, e-mail Margot.Krijnen@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[2].
De afdeling Marketing and Communications van de UM is bereikbaar via
e-mail pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx [3]. Voor urgente zaken buiten
kantooruren: 06 36 43 34 88. De persberichten van de Universiteit
Maastricht staan op www.maastrichtuniversity.nl/pers [4]. Zie ook het
Webmagazine [5] voor interessant onderzoek aan de UM en volg ons op
Twitter: @MaastrichtU [6].
[1] mailto:b.belfi@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[2] mailto:Margot.Krijnen@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[3] mailto:pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[4]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/YpYG6n2TRcVp6hgiHWJ5bA/XTKggcsVI2Vnc2_T613QGw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[5]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/p+BfsHGP1In6iMUa8s7Sng/XTKggcsVI2Vnc2_T613QGw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[6]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/0n2pjc3RhdQL4WwHWUC_Cw/XTKggcsVI2Vnc2_T613QGw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Deze e-mail bevat inhoud die niet in zijn geheel getoond kan worden. Via
onderstaande link kan het volledige bericht in een browser worden geopend.
Bekijk de nieuwsbrief online:
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/QJ0NYzormT+FD21tYALDbQ/XTKggcsVI2Vnc2_T613QGw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Met vriendelijke groet,
Maastricht University
P.O. Box 616 | 6200 MD Maastricht | The Netherlands