Persbericht
20 maart 2018
Onderzoekers van de UM ontdekken dat sensatiedrang een doorslaggevende
factor is bij deelname aan pijnlijke experimenten
Wat beweegt sommige mensen ertoe om vrijwillig deel te nemen aan
onprettige, pijnlijke experimenten terwijl anderen dat niet doen?
Sensatiedrang is een bepalende factor, zo blijkt uit een recent artikel
dat is geschreven door onderzoekers van de Faculty of Psychology van de
Universiteit Maastricht en de KU Leuven. Deze conclusie geeft aan er bij
experimenteel pijnonderzoek mogelijk sprake is van niet-representatieve
steekgroepen, wat de uitkomsten beïnvloedt.
Bij een gangbaar pijnonderzoek ervaren de deelnemers pijnlijke en
onprettige prikkels, zoals elektrische schokken. Vervolgens wordt
onderzocht in hoeverre mensen onder gewijzigde omstandigheden anders op
dergelijke prikkels reageren, zoals bij een kleine en grote mate van
voorspelbaarheid. Maar wie wil er eigenlijk vrijwillig meedoen aan
pijnlijke experimenten? Deze vraag beantwoorden Karos, Alleva en Peters
in hun artikel.
Aanpak
De onderzoekers uit Maastricht voerden twee studies uit om te
achterhalen op welke manier steekproefvertekening doorwerkt in de
uitkomsten van pijnonderzoek. De eerste studie was gericht op de
motieven van de deelnemers: hoe waarschijnlijk achten zij hun deelname?
In de tweede studie werd de daadwerkelijke deelname van vrijwilligers
onderzocht.
Sensatiezoekers
De uitkomsten van de studies laten zien dat de motivatie om deel te
nemen aan pijnonderzoek samenhangt met een hogere leeftijd, minder angst
voor pijn en een grotere mate van sensatiedrang. De deelnemers
vertoonden een significant sterkere sensatiedrang. De uitkomsten lijken
er dus op te wijzen dat deelnemers aan pijnonderzoek sensatiezoekers
zijn. Dit kan de conclusies van (ouder) pijnonderzoek ondergraven. Ten
gevolge van de steekproefvertekening zijn de uitkomsten immers alleen
van toepassing op mensen die geneigd zijn om vrijwillig deel te nemen
aan pijnlijke experimenten.
Gevolgen
Onderzoek naar steekproefvertekening is niet nieuw, maar de onderzoekers
verwonderen zich er wel over dat de invloed daarvan op experimenteel
pijnonderzoek niet eerder onderzocht is. Zoals het citaat hieronder laat
zien, zijn hun bevindingen daarom van het allergrootste belang voor
pijnonderzoek. Om rekening te houden met steekproefvertekening en de
invloed ervan op de onderzoeksresultaten te beperken, dienen procedures
wellicht te worden aangepast.
"Voor het opwekken van stress zijn twee ingrediënten noodzakelijk:
oncontroleerbaarheid en onvoorspelbaarheid. Dat zijn wezenlijke
verschillen tussen experimenteel pijnonderzoek in het laboratorium en in
de 'echte wereld'. Voor een werkelijk begrip van de betekenis van de
onderzoeksuitkomsten is een kritische evaluatie vereist van degenen die
deelnemen aan ons laboratoriumonderzoek. Dat is precies wat we in dit
artikel doen." - dr. Melanie Noel, Universiteit van Calgary
Het artikel "Pain, Please: an Investigation of Sampling Bias in Pain
Research” van Kai Karos, Jessica M. Alleva en Madelon L. Peters is op 8
maart verschenen in The Journal of Pain (2018) en is beschikbaar op
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/powXypDAxeMEDZGcwglCEw/pvlCOXlXLUI8OHPPKm_z6g/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[1]
Over de onderzoekers
Kai Karos is promovendus aan de KU Leuven in de onderzoeksgroep
Gezondheidspsychologie. Zijn aandacht gaat uit naar de
gezondheidspsychologie en in het bijzonder naar de rol van sociale
context, pijngerelateerde angst en gezichtsexpressie bij pijn. Hij deed
zijn bachelor psychologie en zijn onderzoeksmaster in psychopathologie
aan de Universiteit Maastricht.
Jessica Alleva is universitair docent aan de Faculty of Psychology van
de Universiteit Maastricht en gastonderzoeker aan The Centre for
Appearance Research. Haar expertise ligt op het terrein van het
lichaamsbeeld.
Madelon Peters is hoogleraar Experimentele gezondheidspsychologie aan de
Faculty of Psychology van de Universiteit Maastricht. Haar voornaamste
onderzoeksinteresses zijn weerbaarheid in relatie tot pijn en de rol van
positieve psychologie bij de bescherming tegen chronische pijn.
Noot voor de pers:
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht
bij Mark van der Linde, persvoorlichter UM, tel. 043 388 52071, e-mail
mark.vanderlinde@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
De afdeling Marketing and Communications van de UM is bereikbaar via 043
388 5222, e-mail pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx [2]. Voor urgente zaken
buiten kantooruren: 06 5586 1851. De persberichten van de Universiteit
Maastricht staan op de UM website:
www.maastrichtuniversity.nl/nl/nieuws-agenda/pers. [3] Zie ook het
Webmagazine [4] voor interessant onderzoek aan de UM en volg ons op
Twitter: @MaastrichtU [5].
[1]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/Mya9lQQyL71xRFYkV49JeA/pvlCOXlXLUI8OHPPKm_z6g/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[2] mailto:pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[3]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/kEtjbZNcjdANpXGNFULoYA/pvlCOXlXLUI8OHPPKm_z6g/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[4]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/AKTFCBkjTLPAxzU4NJwNYg/pvlCOXlXLUI8OHPPKm_z6g/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[5]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/PujAAJL3CXCCJV+tZkzhCA/pvlCOXlXLUI8OHPPKm_z6g/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Deze e-mail bevat inhoud die niet in zijn geheel getoond kan worden. Via
onderstaande link kan het volledige bericht in een browser worden geopend.
Bekijk de nieuwsbrief online:
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/eO6Cms4Bwe_NVg8HoIkN8Q/pvlCOXlXLUI8OHPPKm_z6g/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Met vriendelijke groet,
Maastricht University
P.O. Box 616 | 6200 MD Maastricht | The Netherlands