[PWC-MEDIA] Milieuvoetafdruk uitrekenen kan veel simpeler

  • From: "Media, RU" <media@xxxxx>
  • To: undisclosed-recipients:;
  • Date: Tue, 20 Mar 2018 12:46:28 +0000

[RU_NL_A4_RGB_2017 LUSTUM95]





** U vindt dit bericht ook op 
http://www.ru.nl/nieuws-agenda/nieuws/vm/iwwr/2018/milieuvoetafdruk-uitrekenen-simpeler/







Milieuvoetafdruk uitrekenen kan veel simpeler



Hoe bereken je de milieuschade van een product? Welke factoren neem je wel en 
niet mee? Voor het berekenen van een milieuvoetafdruk zijn inmiddels honderden 
indicatoren ontwikkeld. Maar zijn ze ook allemaal nodig? ‘Het kan veel 
simpeler’, zegt milieukundige Zoran Steinmann van de Radboud Universiteit. Een 
set van vier relatief simpele indicatoren is al voldoende. Steinmann promoveert 
26 maart op onderzoek naar de optimale set aan milieu-indicatoren voor 
productanalyses.



Als we naar een meer duurzame wereld willen, moeten er veranderingen komen in 
het gebruik van middelen op aarde. Om de milieuschade, of ‘voetafdruk’, van 
producten die wij allemaal consumeren te verminderen, moet eerst uitgerekend 
worden wat die voetafdruk is. Dat gebeurt met een zogeheten ‘life cycle 
assessment’. ‘Daarmee wordt de gehele levenscyclus van een product in kaart 
gebracht, van het winnen van de ruwe grondstoffen tot aan de uiteindelijke 
afvalverwerking, inclusief alle benodigde transport- en verwerkingsstappen 
tijdens deze cyclus’, legt Steinmann uit.



Meenemen gehele levenscyclus is cruciaal

Het meenemen van de gehele levenscyclus is hierbij cruciaal voor een eerlijke 
vergelijking tussen producten. ‘Een voorbeeld hiervan is de voetafdruk van 
kolenelektriciteit in de Verenigde Staten: deze is in totaal 1.1 kg CO2eq/kWh. 
De bijdrage van winning en transport, de zogeheten “upstream” fase, aan deze 
voetafdruk is met 6 procent gering. Daarentegen heeft elektriciteit uit een 
aardgascentrale met een gecombineerde stoomcyclus een lagere voetafdruk dan 
kolenelektriciteit,  gemiddeld 0.5 kg CO2eq/kWh, maar het aandeel van de 
upstream fase is met 19 procent echter zowel relatief als absoluut gezien 
hoger’, vertelt Steinmann.



Het overgrote deel van milieu-indicatoren is niet strikt noodzakelijk

Voor het in kaart brengen van een levenscyclus wordt gekeken naar 
milieu-indicatoren, zoals hoeveel water er verbruikt wordt, hoeveel energie er 
nodig is, gebruik van materialen en invloed op land. Maar inmiddels zijn er 
meer dan honderd van deze milieu-indicatoren. Steinmann vergeleek 135 van deze 
indicatoren voor 976 producten uit de life cycle database Ecoinvent. In deze 
database zitten diverse producten variërend van graankorrels tot LCD displays 
tot cementblokken.



Steinmann gebruikte een analyse die de onderlinge correlaties tussen 
indicatoren in kaart brengen en waarmee een minimale set aan indicatoren 
gevonden kan worden die een zo groot mogelijke hoeveelheid aan variantie tussen 
de indicatoren kan verklaren. Steinmann:  ‘Hieruit blijkt dat het overgrote 
deel van de meer dan honderd verschillende indicatoren niet strikt noodzakelijk 
is om de variantie in milieuschade tussen producten te verklaren.’



Het kan veel simpeler

Een set van de vier relatief simpele indicatoren, voor respectievelijk energie, 
land, water en materialen blijkt al voldoende. Met de casus waarin de schade 
aan biodiversiteit en volksgezondheid benaderd wordt, laat Steinmann zien dat 
meer dan negentig procent van de variantie in de schade verklaard worden door 
de vier indicatoren.



Het effect is afhankelijk van timing en locatie

Steinmann geeft aan dat het feit dat berekeningen van voetafdrukken van elkaar 
verschillen, deels kan worden veroorzaakt door het niet (volledig) meenemen van 
ruimtelijke of temporele variabiliteit. ‘Dezelfde hoeveelheid uitstoot van één 
stof of gebruik van een grondstof, zoals water, heft niet altijd hetzelfde 
effect. Dat effect is afhankelijk van de timing en locatie van de uitstoot. Het 
effect op waterschaarste veroorzaakt door watergebruik kan bijvoorbeeld sterker 
zijn in de zomer dan in de winter (temporele variabiliteit), en het aantal 
zieke mensen door uitstoot van 1 kilogram fijnstof zal sterker zijn wanneer 
deze in een dichtbevolkt land plaatsvindt dan in een dunbevolkt land 
(ruimtelijke variabiliteit). Het idee is dat wanneer dit soort effecten meer 
volledig worden meegenomen, we een betere schatting van de voetafdrukken van 
producten kunnen maken’, verklaart Steinmann.



Relief project

En dat is nu precies waar de Radboud Universiteit samen met Unilever aan werkt 
in het Relief project<https://relief-project.eu/>, het verbeteren van methoden 
om milieuvoetafdrukken uit te rekenen. Mark Huijbregts, hoogleraar Integrale 
Milieuanalyse: ‘Unilever heeft een gedegen onderzoeksafdeling die onderzoek 
doet naar de milieuvoetafdruk van hun eigen producten. Vanuit de universiteit 
werken wij aan het verbeteren van de methoden om deze voetafdrukken uit te 
rekenen. Met de samenwerking krijgt Unilever inzicht in waar milieuwinst te 
halen is bij hun producten, voor ons als academici biedt het de mogelijkheid om 
de rekenmodellen toe te passen in de praktijk.’



Het Relief project wordt gefinancierd door het Horizon 2020 programma van de 
Europese Unie vanuit een Marie Sklowdowska-Curie grant. Zogeheten ‘early stage 
researchers’ werken aan het verbeteren van de betrouwbaarheid van de 
milieuvoetafdrukken.


Vrede van Nijmegen penning

Op 5 april ontvangt CEO van Unilever<https://www.unilever.nl/> Paul Polman de 
Vrede van Nijmegen penning<https://treatiesofnijmegenmedal.eu/> in de 
Stevenskerk in Nijmegen vanwege zijn inzet voor een meer duurzame planeet. 
Sinds Polmans aantreden in 2009 is duurzaamheid de kern van Unilevers 
bedrijfs­strategie. Paul Polman zal dan ook de Vrede van Nijmegenlezing 
uitspreken. De Vrede van Nijmegen penning<https://treatiesofnijmegenmedal.eu/
wordt op 5 april 2018 uitgereikt waarna



Radboud Reflects over milieuvoetafdruk telefoon

Op 4 april organiseert Radboud 
Reflects<http://www.ru.nl/radboudreflects/agenda/lezingen/vm/schoon-telefoon-lezingen-gesprek-china-expert-0/>
 een avond over de milieuvoetafdruk van je mobiele telefoon. Ontdek samen met 
journalist en documentairemaker Ruben Terlou en hoogleraar Integrale 
Milieuanalyse Mark Huijbregts hoe schoon je telefoon is en wat je kunt doen om 
je smartphone duurzamer te gebruiken. In de tussentijd kun je de ecologische 
voetafdruk van jouw mobiele telefoon uitrekenen met deze test van Radboud 
Reflects<http://www.ru.nl/radboudreflects/agenda/informatie-2018/schoon-telefoon-publieksprogramma-vrede-nijmegen/mobiele-voetafdruk/>.

Meer informatie? Neem contact op met:

·         Meer over de promotie van Zoran 
Steinmann<http://www.ru.nl/nieuws-agenda/agenda/promoties-oraties/@1144054/reducing-uncertainty-and-redundancy-environmental/>

·         Zoran Steinmann, 
z.steinmann@xxxxxxxxxxxxx<mailto:z.steinmann@xxxxxxxxxxxxx>

·         Mark Huijbregts, 
m.huijbregts@xxxxxxxxxxxxx<mailto:m.huijbregts@xxxxxxxxxxxxx>, 024 365 2835

·         Wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit, 
media@xxxxx<mailto:media@xxxxx>, 024 361 6000

**Dit bericht is ook online te vinden via 
http://www.ru.nl/nieuws-agenda/nieuws/vm/iwwr/2018/milieuvoetafdruk-uitrekenen-simpeler/
 **

PNG image

Other related posts:

  • » [PWC-MEDIA] Milieuvoetafdruk uitrekenen kan veel simpeler - Media, RU