[PWC-MEDIA] LNVH Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2021 - Een kwart van de hoogleraren vrouw | Stijging percentage vrouwelijke hoogleraren aan alle universiteiten | Zeer geringe stijging aan algemene universiteiten | NL scoort laag in EU-verband

  • From: "Poorthuis, L. [Lidwien]" <poorthuis@xxxxxxx>
  • To: "'pwc-media@xxxxxxxxxxxxx'" <pwc-media@xxxxxxxxxxxxx>
  • Date: Thu, 9 Dec 2021 07:01:30 +0000

Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH)
Winthontlaan 2
Postbus 3021 3502 GA Utrecht

PERSBERICHT - Click 
here<https://www.lnvh.nl/a-3720/lnvh-presents-the-2021-women-professors-monitor>
 to find this information in English

9 december 2021

LNVH MONITOR VROUWELIJKE HOOGLERAREN 2021:
- EEN KWART VAN DE HOOGLERAREN VROUW
- STIJGING PERCENTAGE VROUWELIJKE HOOGLERAREN AAN ALLE UNIVERSITEITEN
- ZEER GERINGE STIJGING VROUWELIJKE HOOGLERAREN AAN ALGEMENE UNIVERSITEITEN
- VROUWEN AANZIENLIJK ONDERVERTEGENWOORDIGD IN ACADEMISCH MANAGEMENT

Mijlpaal: een kwart van de hoogleraren vrouw
Het percentage vrouwelijke hoogleraren dat werkzaam is aan de Nederlandse 
universiteiten bedraagt 25,7%, zo blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 
2021<https://www.lnvh.nl/monitor2021/downloads/LNVH_monitor2021_NL_web.pdf> die 
op 9 december door het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) werd 
gepresenteerd. Daarmee is 1 op de 4 hoogleraren vrouw. Een mijlpaal. Het 
aandeel vrouwelijke hoogleraren steeg 1,5 procentpunt ten opzichte van het jaar 
daarvoor, toen het 24,2% bedroeg. Het zal nog tot 2040 duren voordat er onder 
hoogleraren een evenredige man-vrouwverdeling zal zijn bereikt.
Hoe hoger op de academische carrièreladder, hoe minder vrouwen
Van de afstudeerders aan de Nederlandse universiteiten is meer dan de helft 
vrouw (53,5%). Bij de promovendi is 44,4% vrouw en bij universitair docenten 
43,5%. Daarna daalt het percentage vrouwen flink, naar 30,4% vrouwelijke 
universitair hoofddocenten en 25,7% vrouwelijke hoogleraren. Ultimo 2020 
passeert het percentage vrouwelijke universitair hoofddocenten echter wel voor 
het eerst de 30%-grens, wederom een mijlpaal.
Groei percentage vrouwelijke hoogleraren bij alle universiteiten
Tussen ultimo 2019 en ultimo 2020 is een stijging te zien van het percentage 
vrouwelijke hoogleraren bij alle universiteiten. Er zijn ultimo 2020 inmiddels 
4 universiteiten de grens van 30% vrouwelijke hoogleraren gepasseerd: de Open 
Universiteit, de Universiteit Maastricht, de Radboud Universiteit Nijmegen en 
de Universiteit Leiden. De Open Universiteit staat net als vorige jaren op de 
eerste plaats met 42% vrouwelijke hoogleraren. Het is daarmee de eerste 
universiteit die de grens van 40% vrouwelijke hoogleraren overschrijdt. 
Hekkensluiter is de Technische Universiteit Delft met 17,9% vrouwelijke 
hoogleraren. De TU Delft is de enige universiteit die de grens van 20% 
vrouwelijke hoogleraren nog niet heeft bereikt.
Groeipercentages lopen sterk uiteen
7 van de 14 universiteiten tonen een hoger groeipercentage dan het gemiddelde 
groeipercentage van 1,5 procentpunt. De Erasmus Universiteit Rotterdam (3,5) en 
de Rijksuniversiteit Groningen (3,2) laten een opvallende stijging zien. 
Opmerkelijk is de zeer geringe stijging van de percentages vrouwelijke 
hoogleraren bij de grote algemene universiteiten: bij de Radboud Universiteit 
Nijmegen steeg het percentage met 0,1 procentpunt, bij de Universiteit van 
Amsterdam 0,2 procentpunt, bij de Universiteit Utrecht 0,3 procentpunt en bij 
de Universiteit Leiden 0,9 procentpunt. Alle ruim onder de gemiddelde stijging 
van 1,5 procentpunt.
Halen universiteiten hun streefcijfers?
Universiteiten stelden voor de periode 2015 - 2020 streefcijfers op voor de te 
behalen percentages vrouwelijke hoogleraren. Ultimo 2020 hebben 11 van de 14 
universiteiten hun streefcijfer voor 2020 behaald, alleen Universiteit van 
Amsterdam, Tilburg University en Wageningen Universiteit moeten nog een tandje 
bijzetten om de doelen te behalen.
Begin 2020 verzocht het LNVH de universiteiten streefcijfers voor vrouwelijke 
hoogleraren op te stellen voor de periode 2020 - 2025. Mochten de streefcijfers 
behaald worden, dan zal er in 2025 geen enkele universiteit meer een percentage 
vrouwelijke hoogleraren onder de 25% hebben. Bovendien zal met gemiddeld 31,2% 
voor het eerst 1 op de 3 hoogleraren vrouw zijn.
In de Monitor rekent het LNVH voor welke universiteiten de streefcijfers zullen 
halen en welke nog (net) niet. Dit wordt gedaan op basis van de groei in het 
daaraan voorafgaande jaar. In deze Monitor, zien we dat op basis van de groei 
ultimo 2019-2020, 8 van de 14 universiteiten ultimo 2025 hun streefcijfer voor 
2025 behalen.
De prognose berekend op basis van de afstand die is overbrugd tussen 2015 en 
2020, geeft een ander en positiever beeld: 11 van de 14 universiteiten bereiken 
dan ultimo 2025 hun streefcijfer. Dit komt omdat het effect van de Westerdijk 
Talentimpuls wordt meegenomen. Met die impuls werden in 2018 100 extra 
vrouwelijke hoogleraren aangesteld, in het kader van het Westerdijkjaar waarin 
we 100 jaar vrouwelijke hoogleraren vierden. Dit zou dus pleiten voor een extra 
impuls, sectorbreed (zoals de Westerdijk Talent Impuls) of per instelling om de 
gestelde doelen te behalen.
Ambitieniveau
Als we op het verschil dat tot ultimo 2025 nog te overbruggen valt afgaan, dan 
kunnen we concluderen dat niet alle universiteiten hun streefcijfer even 
ambitieus hebben bepaald. De Monitor laat zien dat op basis van het gemiddelde 
groeitempo van de afgelopen 10 jaar de 30%-grens al zal worden bereikt in 2024, 
een jaar eerder dan het uiteindelijke doeljaar van de nieuwe streefcijfers voor 
2025. Dit pleit dus voor het naar boven bijstellen van de doelen en het waken 
voor achterover leunen door de universiteiten.
Vrouwelijke wetenschapper vaker een tijdelijk contract
In alle functiecategorieën bevinden vrouwelijke wetenschappers zich vaker in 
een tijdelijk contract dan hun mannelijke collega's. Het verschil is met 4,8% 
bij de universitair docenten het grootst: 31,6% van de vrouwelijke universitair 
docenten heeft een tijdelijk contract tegenover 26,8% van de mannelijke 
universitair docenten.
Vrouwelijke hoogleraar grotere contractomvang, lagere salarisschaal
Vrouwelijke wetenschappers hebben gemiddeld een net iets kleinere 
contractomvang dan hun mannelijke collega's. Behalve de vrouwelijke 
hoogleraren, die hebben met 0,87 fte gemiddeld juist een grotere contractomvang 
dan de mannen met 0,84 fte. Wat betreft salaris zijn vrouwen gemiddeld 
systematisch lager ingeschaald dan hun mannelijke collega's. Dit is onveranderd 
ten opzichte van vorig jaar.
Genoeg vrouwelijke universitair hoofddocenten ter vervanging uitstroom 
hoogleraren
Er bevinden zich onder de hoogleraren beduidend meer mannen dan vrouwen in de 
leeftijdscategorie 60 jaar en ouder. In de komende jaren dient zich een grote 
uitstroom aan van mannen die met emeritaat gaan; ruimte dus voor het benoemen 
van vrouwen op deze posities. Het LNVH rekent voor dat 81% van de uitstroom 
door emeritaat (mannen en vrouwen) vervangen kan worden door vrouwelijke UHD's.
Vrouwelijke wetenschappers binnen de umc's
Het percentage vrouwelijke hoogleraren aan de umc's is gestegen van 26,2% in 
2020 naar 28% in 2021. Dat is een groei van 1,6 procentpunt, ten opzichte van 
1,3 procentpunt vorig jaar. 6 van de 8 umc's laten een stijging zien van het 
percentage vrouwelijke hoogleraren. Alleen bij het UMCU en ErasmusMC is sprake 
van een daling: van respectievelijk 29,2% naar 28,8% en van 24,4% naar 22,5%. 
Het VUmc en het RadboudUMC zijn in 2021 de 30%-grens gepasseerd. Beide umc's 
laten een sterke groei zien van respectievelijk 5,2 en 5,7 procentpunt. Als 
hekkensluiter zien we het ErasmusMC met 22,5% dat, net als vorig jaar, van 
plaats is gewisseld met het LUMC dat het met 23,8% in 2021 iets beter doet.
Bestuur en toezicht
Het percentage decanen aan de Nederlandse universiteiten laat een lichte daling 
zien. Nog altijd is slechts 1 op de 5 decanen vrouw. Bij de directeuren 
onderwijsinstituut is 43% vrouw, bij de directeuren onderzoeksinstituut is 
echter slechts 1 op de 5 vrouw.

In de Colleges van Bestuur van de universiteiten nam het percentage aanzienlijk 
toe tot 40%. Er zijn twee universiteiten met geen enkel vrouwelijke collegelid. 
In de Raden van Toezicht van de universiteiten is met 49,3% de 
man-vrouwverdeling voor het eerst vrijwel gelijk. Bij de umc's is 46,7% van de 
leden van de Raad van Bestuur vrouw. In de Raden van Toezicht bedraagt dit 
percentage gemiddeld 43,6%. 5 van de 7 Raden van Toezicht hebben meer 
mannelijke leden dan vrouwelijke.
Nederland in Europees perspectief
De Europese Commissie publiceerde in 2021 een nieuwe editie van de zogenaamde 
'She Figures', met cijfers met betrekking tot vrouwelijke wetenschappers in de 
EU-lidstaten. In de Monitor 2021 een overzicht van de vrouwelijke hoogleraren 
in Europees perspectief: Nederlands bevindt zich nog altijd in de onderste 
regionen, op plek 21 van de EU-28. We stegen daarmee 3 plekken ten opzichte van 
de vorige publicatie van de She Figures in 2015.

Tot slot
Het LNVH staat dit jaar stil bij het 20-jarig bestaan. Het werd opgericht in 
een tijd waarin het percentage vrouwelijke hoogleraren 6,5% bedroeg. Veel is 
veranderd, maar veel behoeft ook nog altijd aandacht. Zeker nu we te maken 
hebben met een pandemie die ongelijkheden in de academie uitvergroot. Inmiddels 
is de focus van het LNVH verlegd van het omhoog brengen van alleen de 
percentages vrouwelijke hoogleraren, naar talentbehoud over de gehele linie. 
Daarnaast is inzicht in het aantal vrouwen in beslisfuncties, een goede 
afstemming tussen in- en doorstroom van vrouwelijke wetenschappers in alle 
functiecategorieën en vanuit alle achtergronden, en het voorkomen van uitstroom 
cruciaal. Dat geldt ook voor het creëren van een inclusieve en veilige 
werkomgeving waarin gelijke beloning de norm is. Het LNVH zal zich hier in 
kritisch bondgenootschap met de sector de komende tijd voor blijven inzetten.
Pieter Duisenberg, voorzitter Universiteiten van Nederland (voorheen VSNU) in 
reactie: "Het is een goede zaak dat de stijging van vrouwelijke wetenschappers 
doorzet en dat het aantal vrouwelijke hoogleraren voor het eerst op 1 op 4 zit. 
Ook positief is de stijging van het percentage vrouwen in de Colleges van 
Bestuur en een bijna gelijke man-vrouw verhouding in de Raden van Toezicht. We 
zetten ons ook de komende jaren in voor een evenwichtige man-vrouwverdeling in 
de academische gemeenschap en streven naar 1 op 3 in 2025."

·         Download de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2021 
hier<https://www.lnvh.nl/monitor2021/>.

________________________________
Over het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren:
Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) is een netwerk-, kennis- 
en belangenbehartigingsorganisatie met meer dan 1500 aangesloten vrouwelijke 
universitair hoofddocenten en hoogleraren. Het LNVH zet zich in voor een 
evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de wetenschap, de verbetering van 
de positie van vrouwelijke wetenschappers en een inclusieve en veilige academie.

Noot voor de redactie:
Voor verdere informatie en/of interviewvragen kunt u contact opnemen met drs. 
Lidwien Poorthuis, Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren, 06-15207225 - 
poorthuis@xxxxxxx<mailto:poorthuis@xxxxxxx>.
________________________________

Other related posts:

  • » [PWC-MEDIA] LNVH Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2021 - Een kwart van de hoogleraren vrouw | Stijging percentage vrouwelijke hoogleraren aan alle universiteiten | Zeer geringe stijging aan algemene universiteiten | NL scoort laag in EU-verband - Poorthuis, L. [Lidwien]