Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH)
Van Vollenhovenlaan 659
Postbus 3021 3502 GA Utrecht
PERSBERICHT
13 december 2016
LNVH MONITOR VROUWELIJKE HOOGLERAREN 2016: VERSNELLING GROEI PERCENTAGE
VROUWELIJKE HOOGLERAREN BLIJFT UIT.
Minister Bussemaker (OCW) in reactie: talent volop aanwezig, maar
doorstroom te beperkt: steun voor oproep 100 extra vrouwelijke hoogleraren
bovenop streefcijfercijfers.
Geringe groei percentage vrouwelijke hoogleraren
In Nederland is slechts 18% van de hoogleraren vrouw, zo blijkt uit de
Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2016 die op 12 december door het Landelijk
Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren werd gepresenteerd. Dat is een toename van
een kleine 0,9% ten opzichte van de Monitor 2015. Het percentage
vrouwelijke afstudeerders ligt nog altijd boven de 50%. Bij elke volgende
stap op de wetenschappelijke carrièreladder neemt het aandeel vrouwen
drastisch af. Van 43% naar 39% naar 26% bij respectievelijk promovendi,
universitair docenten (UD) en universitair hoofddocenten (UHD). Bij de
stap van universitair hoofddocent naar hoogleraar gaat er nog eens 8% aan
vrouwelijk potentieel verloren. Het zal dus nog tot 2054 duren voordat er
een evenredige M/V-verdeling onder hoogleraren is ontstaan.
Het glazen plafond blijft onveranderd dik
Het maken van stappen naar de volgende functiecategorie in de wetenschap
is niet vanzelfsprekend. Zeker niet voor vrouwen. Middels de Glazen
Plafond Index (GPI) geeft de Monitor 2016 de belemmeringen weer tussen
deze verschillende functiecategorieën. Hoe hoger de GPI, des te moeilijker
de stap naar het volgende functieniveau. De stap van universitair
hoofddocent naar hoogleraar blijft traditioneel de lastigste met een GPI
van 1,5. Bij de promovendi nadert de GPI de neutrale 1.
Achterstelling in beloning en benoeming
Dat vrouwelijke wetenschappers minder verdienen dan hun mannelijke
collega's toonden de Monitor 2012 en 2015 al aan en in het in 2016
verschenen LNVH-rapport 'Financiële Beloning van Mannen en Vrouwen in de
Wetenschap' werd de loonkloof in detail onderzocht. Conclusie: vrouwelijke
wetenschappers lopen op jaarbasis miljoenen mis. Daarnaast worden
vrouwelijke wetenschappers stelselmatig in de lagere functieniveaus
ingedeeld. De Monitor 2016 maakt deze verborgen belemmering inzichtelijk:
Er zit een ongenadig dik glazen plafond tussen de functieniveaus. Zo is de
Glazen Plafond Index tussen de functieniveaus hoogleraar 2 en hoogleraar 1
met 2,4 torenhoog.
Blijven streven of behalen?
In 2015 overlegden de 14 bij de VSNU aangesloten universiteiten
streefcijfers aan minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap met als doel de doorstroom van vrouwen naar de
wetenschappelijke top te versnellen. Het betreft streefgetallen met
betrekking tot het percentage vrouwelijke hoogleraren dat zij in 2020
zouden moeten hebben behaald. De Monitor 2016 laat in een prognose op
basis van de gemiddelde groei van de afgelopen tien jaar zien dat 6 van de
14 universiteiten de streefcijfers ook daadwerkelijk behalen.
Positieve ontwikkelingen in bestuur en toezicht
Zowel in de Colleges van Bestuur als in de Raden van Toezicht van de
universiteiten ligt het aandeel vrouwen rond of boven de 30%. Het
percentage vrouwelijke leden in de Raden van Bestuur van universitair
medische centra nam toe van 14% naar 23%. In de Raden van Toezicht van de
universitair medische centra is het aandeel vrouwen licht gedaald maar nog
altijd ruim boven de 30% (37%). Het academisch management is met 23% goed
op weg om de critical mass van 30% te behalen.
Inzetten op versnelling
Aan aandacht voor het onderwerp genderdiversiteit ontbrak het afgelopen
jaar niet in de wereld van de Nederlandse wetenschap. Toch blijft de
versnelling in de groei van het percentage vrouwelijke hoogleraren die men
op basis van alle aandacht en genomen maatregelen zou verwachten,
vooralsnog uit. Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren zal dan ook
aandacht blijven vragen voor evenredig M/V-verdeling binnen de academie en
bestuurders en beleidsmakers met klem aanzetten tot het nemen van 'bold
decisions', waarmee direct gestuurd wordt op het omhoog brengen van de
percentages - de belangen van de Nederlandse universiteiten die wat
onderwijs en onderzoek betreft aan steeds hogere eisen moeten voldoen,
zijn te hoog om hier geen gehoor aan te geven. In reactie op de Monitor
2016 onderstreept minister Bussemaker (OCW) deze roep om urgentie en
concrete actie. Ze roept universiteiten op tot het tonen van leiderschap,
visie en het overgaan tot actie. Ze zegde tevens steun toe aan het plan om
in het kader van het naderende Johanna Westerdijkjaar, waarin het 100 jaar
geleden is dat de eerste vrouwelijke hoogleraar werd benoemd, nog eens 100
extra vrouwelijke hoogleraren te benoemen, bovenop de
streefcijferaantallen.
======================================================================================================================================================
Noot voor de redactie:
- BIJLAGE: LNVH Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2016
- Bekijk de Monitor online via www.lnvh.nl/monitor2016
De percentages in dit persbericht zijn afgerond naar hele getallen. In de
Monitor treft u de cijfers met één decimaal achter de komma. Het
percentage vrouwelijke hoogleraren is 18,0%.
Voor verdere informatie en/of interviewvragen kunt u contact opnemen met
drs. Lidwien Poorthuis, Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren,
06-15207225 – poorthuis@xxxxxxx
Drs. L.G.H. (Lidwien) Poorthuis | Senior Policy Officer - Hoofd van bureau
| Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren | Dutch Network of Women
Professors | poorthuis@xxxxxxx | +31 6 15207225 | +31 30 600 1361 |
Bereikbaar op MA, WOE, DO, VRIJ | www.LNVH.nl | Van Vollenhovenlaan 659 -
Postbus 3021 - 3502 GA - Utrecht | Follow us on Twitter LNVH_NL
Op www.lnvh.nl vindt u interessante publicaties, vacatures en informatie
over beurzen en activiteiten.
Bekijk ook de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2015
Attachment:
Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2016 - PERSBERICHT.pdf
Description: Binary data