Parasjat Bo 4/2/06 6 Sjewat 5766 In deze parasja lezen we over de laatste drie van de tien plagen die over Egypte kwamen. De tien plagen heten in het Ivriet: Esser Makkot, wat beter vertaalt kan worden als 10 slagen. Zeker een toepasselijke naam voor een week waarin er door de politie en het leger veel meer dan slechts tien makkot/ slagen werden uitgedeeld en niet tegen vijanden maar tegen mede-Joden bij de zeer gewelddadige ontruiming van de Amona nederzetting. De laatste plaag van de tien is de dood van de eerstgeborene. Ik las hier nog niet zo lang geleden een verhaal over door een jonge Israelische schrijver wiens naam mij ontschoten is (gelukkig want de meeste van zijn verhalen waren een verschrikking). Hij had het originele idee om het verhaal over de plagen in Egypte te vertellen door de ogen van een klein Egyptisch jongetje. (Bij nader inzien misschien niet zo heel origineel want geheel politiek links lijkt slechts dat gezichtspunt aan te kunnen nemen bij welke politieke beslissing dan ook). Dit jongetje woont dus samen met zijn vader, moeder en oudere broer in Egypte en bespreekt na iedere plaag de situatie met zijn vader. Het jongetje vraagt of G-d niet wat medelevender kan zijn voor de Egyptische bevolking maar de vader zegt voortdurend dat die Joodse G-d oh zo wreed is. Het idyllische gezinsleven wordt beschreven alsmede het karakter van zijn grote broer. De climax van het verhaal komt bij de laatste plaag als het jongetje zijn eerstgeboren broer probeert te wekken en deze maar niet wakker wil worden. De hysterische moeder barst in huilen uit en vraagt haar man tot de Joodse G-d te bidden om medelijden maar de vader zegt triest dat dit idee de Joodse G-d vreemd is. Door het luidruchtige huilen van de moeder wordt de oudere broer uiteindelijk uit zijn slaap gewekt en staat hij op. De moeder is in extase maar de vader kijkt haar vol haat aan, begrijpt dat die zoon blijkbaar niet zijn eerstgeborene is en mompelt nogmaals hoe wreed die Joodse G-d is wel is. Deze laatste plaag heeft tot op de dag van vandaag overigens nog directe invloed op onze gebruiken daar op de 14e Nissan alle eerstgeborenen moeten vasten (Ta'anit Bechorot). De officiele reden is dat ze hiermee herinneren dat G-d de huizen van de Joodse bevolking oversloeg toen hij alle eerstgeborenen van Egypte doodde zoals we in deze parasja lezen. Maar die uitleg laat wel veel vragen open. Als we G-d's redding van de eerstgeborenen vieren, waarom dan vasten? We hadden beter feest kunnen vieren. En waarom vasten op 14 Nissan als het wonder op de 15e gebeurde? Het is waar dat de 15e Jom Tov is en dat het daarom vervroegd werd maar volgens vele meningen is ook de 14e al Jom Tov dus zou je op de 13e moeten vasten! Verder staat er in deze parasja dat er geen (Niet-Joods) huis was waar geen dode viel. Onze geleerden leren hieruit dat huizen waarin de eerstgeborene niet thuis was, het oudste kind na hem dood ging. Zouden dan niet de oudste kinderen in elk huishouden moeten vasten als de eerstgeborenen niet thuis zijn? En waarom kun je er met een siejoem (feestmaal) van onderuitkomen? Dit kan immers niet bij een vastendag zoals Ta'aniet Ester. Reb Shlomo Zalman Aurbach, ZT"L, vraagt de bovenstaande vragen en geeft een verbluffend antwoord. Hij stelt dat er die avond TWEE wonderen gebeurde: De Bechoriem bleven leven EN ze werden uitverkozen om in de tempel dienst te doen als kohaniem. Deze belangrijke taak werd van hen afgenomen bij de zonde van het gouden kalf waarna de afstammelingen van de stam Levi deze taak op zich namen in plaats van de bechorim. Rabbi Shlomo Zalman legt uit dat er slechts EEN dag in het jaar is waarop ieder persoon naar de tempel kwam en dat was de 14e van de maand Nissan waarop het pesach offer gebracht moest worden. Op die dag kwamen dus ook alle bechoriem/ eerstgeborenen naar de tempel waar ze de intieme relatie konden aanschouwen tussen de kohaniem en G-d en hierop jaloers zouden kunnen worden. " Dat hadden wij moeten zijn" denken ze. Het gevoel van " wat had kunnen zijn" was voldoende om hen tot een vastendag aan te zetten welke uiteindelijk gevormd werd tot de vastendag van de eerstgeborene. Met deze uitleg zijn alle vragen te beantwoorden. Er wordt gevast en niet feest gevierd daar we ons herinneren aan het verlies van de eer om G-d te mogen komen dienen in de tempel. We vasten op de 14e daar dat de dag was dat de eerstgeborenen naar de tempel kwamen en de kohanien aldaar hun werk zagen doen. Alhoewel de oudste zoon na de eerstgeborene bleef leven hoeft hij toch niet te vasten daar de taak van het dienen in de tempel nooit de zijne zou zijn (want hij is geen echte bechor). En tenslotte de siejoem die de bechor er aan herinnert dat hij weliswaar het recht om in de tempel te dienen verloren heeft maar hij toch een intieme relatie met G-d kan creeeren door tora studie wat ons dichter tot G-d brengt. Die gedachte van 'het had ook jij kunnen zijn', dus beter maar iets matigen is een idee welke ik al die politie agenten en soldaten in Amona zou willen meegeven. Want met de snelheid waarmee de Israelische regering lappen grond weggeeft kan het volgende huis dat op de lijst staat om vernield te worden weleens je eigen zijn. En wat doe je dan? Geef je je huis en alles waar je zo hard voor gewerkt hebt zomaar op zonder je te verzetten? En hoe zou je je voelen als de politie, je EIGEN politie, met een volslagen misplaatst gebrek aan medeleven wreed met paard en al op jou en je familie inrijdt? Alsjeblieft! Wat minder makkes en waar meer makkers! Sjabbat Sjalom, Avraham Roos Wat gebeurde er nou precies in Amona? http://web.israelinsider.com/Articles/Politics/7702.htm Avraham Roos using Skype: avrahamroos avrahamroos@xxxxxxxxxx IM: avaway@xxxxxxxxxxx www.avrahamroos.cjb.net tel: mobile: pager: +972-3-9794061 052-5611558 ICQ#22351330 Add me to your address book... Want a signature like this?