Persbericht Wageningen University, nr 071, 26 september 2012 Echte liefde tussen gras en klaver levert rijkere oogst Klaver bindt stikstof uit de lucht en daarvan profiteren planten in zijn nabijheid. Maar heeft de klaver zelf ook iets aan zijn buren? Uit nieuw onderzoek, gepubliceerd in PLOS ONE van deze week, blijkt dat in gemengde teelten zowel de stikstof bindende plant als nabije planten in gewicht en kwaliteit erop vooruit gaan. Zowel de hoeveelheid koolstof als het stikstofgehalte, een maat voor de voedingswaarde, van de soortenmengsels blijken hoger te zijn, constateert het onderzoeksteam van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, en Engelse collega’s. Het Nederlands-Engels onderzoeksteam van Wageningen University, Lancaster University en het Centre for Ecology and Hydrology in Lancaster stelt vast dat klaverplanten en gras sneller koolstof naar de grond transporteren en meer biomassa van hogere kwaliteit produceren als beide plantensoorten in elkaars nabijheid staan, dan wanneer louter soortgenoten elk van hen omgeven. Klaverliefde Klaversoorten leven samen met bacteriën die stikstof uit de lucht halen en beschikbaar stellen aan de plant. Ook niet-stikstof bindende buurplanten profiteren daarvan, want de stikstof in de klaverplanten komt vrij in de bodem door uitlekken uit plantenwortels en bij de afbraak van dode wortels. Deze ‘klaverliefde’ is reeds lang bekend maar of de liefde ook wederzijds is, bleef een open vraag. In het onderzoek tonen onderzoekers van Wageningen University en Lancaster aan dat de liefde tussen stikstof bindende planten en niet-stikstof bindende planten echt is. Daarmee dragen de verschillende plantensoorten gezamenlijk bij aan de hogere productie van mengculturen ten opzichte van monoculturen. Uit het onderzoek blijkt dat vooral witte klaver in staat is de overdag opgenomen koolstof snel naar ondergrondse plantendelen te transporteren wanneer de plant in gezelschap van andersoortige buren groeit; wel drie keer zo snel. Ook reukgras vertoont in mengcultuur een versnelde inbouw en transport van koolstof. Bovendien blijkt het verlies van koolstof via de ademhaling van de plant en via de bodem lager te zijn als beide plantensoorten naast elkaar groeien, dan wanneer ze in monocultuur staan. Ook op de termijn van een jaar blijken dezelfde plantencombinaties die op korte termijn succesvol zijn de meeste biomassa te produceren in mengculturen. Het vastleggen van extra koolstof gaat niet ten koste van de plantkwaliteit. Het gehalte aan stikstof blijkt beduidend hoger te zijn in alle niet-stikstof fixerende plantensoorten. Dit komt tot uitdrukking in een lagere koolstof/stikstof verhouding die zakte van 28 naar 22. Dit resulteert in meer stikstof per eenheid koolstof in het oogstbare materiaal van mengculturen. Hoe de onderliggende processen precies verlopen vergt verder onderzoek. Publicatie Gerlinde De Deyn, Helen Quirk, Simon Oakley, Richard Bardgett en Nick Ostle: Increased plant carbon translocation linked to overyielding in grassland species mixtures. PlosONE, 25 september 2012. NOOT VOOR DE REDACTIE Meer informatie bij Gerlinde De Deyn, Sectie Bodemkwaliteit, Wageningen University, tel. 0317 482123, gerlinde.dedeyn@xxxxxx<mailto:gerlinde.dedeyn@xxxxxx> of via Jac Niessen, wetenschapsvoorlichter Wageningen UR, tel. 0317 485003, jac.niessen@xxxxxx<mailto:jac.niessen@xxxxxx>. Wageningen University maakt deel uit van Wageningen UR (University & Research centre). De missie is 'To explore the potential of nature to improve the quality of life'. Binnen Wageningen UR bundelen negen gespecialiseerde en meer toegepaste onderzoeksinstituten, Wageningen University en hogeschool Van Hall Larenstein hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met meer dan 30 vestigingen (in Nederland, Brazilië Ethiopië en China), 6.500 medewerkers en 12.000 studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de vooraanstaande kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen natuurwetenschappelijke, technologische en maatschappijwetenschappelijke disciplines vormen het hart van de Wageningen-aanpak.