Persbericht
23 mei 2017
Het maatschappelijk aanzien van de leraar in het basis- en het
voortgezet onderwijs is achteruit gegaan, vooral in de laatste tien
jaar. De leraar basisonderwijs heeft beduidend minder aanzien dan de
collega’s in het voortgezet onderwijs. Dat verklaart wellicht hun lagere
loon en de halvering van het aantal aanmeldingen bij de pabo.
Afgestudeerde leraren voor het voortgezet onderwijs verdienen relatief
goed, zo blijkt uit het onderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs
en Arbeidsmarkt (ROA) en Ecorys, gefinancierd door het Nationaal
Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Ze krijgen als startsalaris zo’n
tien procent meer loon dan andere hbo-afgestudeerden. Voor leraren die
van de pabo komen geldt dat niet, hun loon is na 2008 onder dat van
andere hbo’ers komen te liggen. De beloning geldt als één van de
statusindicatoren die samenhangen met het maatschappelijk aanzien.
Opleiding
Het opleidingsniveau van leraren is hoog. Maar er zijn steeds meer hoger
opgeleide beroepsgroepen bijgekomen. Het opleidingsniveau van de leraar
is daarmee minder exclusief geworden ten opzichte van de rest van de
bevolking. En dat is mogelijk van invloed op het imago. Hoewel er in het
voortgezet onderwijs bij bepaalde vakken ook een lerarentekort is, is de
situatie nijpender in het basisonderwijs. Het aantal aanmeldingen bij de
hbo lerarenopleiding voor het vo is nagenoeg gelijk gebleven, terwijl de
instroom in de pabo sterk is gedaald. Dat laatste heeft mede te maken
met de verhoogde kwaliteitseisen, die op den duur zouden kunnen leiden
tot een hoger aanzien van de leraar.
Imago
Het maatschappelijk aanzien van leraren is gedaald, vooral de laatste
tien jaar. Het imago van de docent lichamelijke opvoeding is het laagst,
gevolgd door de leraar basisonderwijs. Op de beroepenladder staat de
docent lichamelijk opvoeding op plaats 86 en de leraar basisonderwijs op
plaats 69 van de lijst van 138 beroepen. Het aanzien van de
basisschoolleerkracht is vergelijkbaar met dat van een secretaresse,
boekhouder of verzekeringsagent. De leraar middelbaar beroepsonderwijs
staat tien plaatsen hoger op plaats 59; de leraar vmbo en onderbouw
havo/vwo staat op 50, en de leraar bovenbouw havo/vwo op 43. Een leraar
in de bovenbouw van havo/vwo werd in de jaren tachtig vergeleken met een
kolonel in het leger, tegenwoordig met een sergeant. Leraren zelf denken
dat mensen hen nog lager inschatten qua maatschappelijk aanzien: het
zelfbeeld is laag. De inschatting van hun zelfbeeld houdt nauwelijks
verband met of leraren aan professionalisering doen, in
beroepsorganisaties actief zijn, of in het lerarenregister staan
ingeschreven.
Verklaring voor de daling van het aanzien van leraren
Wat precies de reden is voor de daling van het aanzien, is niet hard te
maken. Er zijn wel ideeën over, zoals de dalende beloning, de
feminisering en vergrijzing van de sector. Ook de minder exclusieve
positie van de leraren als hoogopgeleid beroep speelt daarbij mogelijk
een rol. De vraag is bovendien of deze factoren een oorzaak of juist een
gevolg zijn van de daling van het imago van het beroep van leraar.
[Cörvers, F., Mommers, A., Van der Ploeg, S. & Sapulete, S. (2017).
Status en imago van de leraar in de 21ste eeuw. Researchcentrum voor
Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht en Ecorys, Rotterdam.]
Dit onderzoek werd gefinancierd door het Nationaal Regieorgaan
Onderwijsonderzoek (NRO).
Noot voor de pers
Voor vragen kunt u contact opnemen met de projectleider van het
onderzoek:
Prof. dr. Frank Cörvers
Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA)
www.roa.nl [1]Tel. 043-3883647
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht
bij Margot Krijnen, persvoorlichter UM, tel. 043 388 52 30, e-mail
Margot.Krijnen@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx. [2]
De afdeling Marketing and Communications van de UM is bereikbaar via
e-mail pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx [3]. Voor urgente zaken buiten
kantooruren: 06 36 43 34 88. De persberichten van de Universiteit
Maastricht staan op www.maastrichtuniversity.nl/pers [4]. Zie ook het
Webmagazine [5] voor interessant onderzoek aan de UM en volg ons op
Twitter: @MaastrichtU [6].
[1]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/qL_1Tm18_4Ih6RUqDxEmBA/nNGBfToISLM3pAbYHxfBNw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[2] mailto:xx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[3] mailto:pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[4]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/Rin2G10DNiQNAyVXmybk8g/nNGBfToISLM3pAbYHxfBNw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[5]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/1U8ZnWs4aFJrSPN26rsxNQ/nNGBfToISLM3pAbYHxfBNw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[6]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/W52CDNDxiuusZBgR_sVsSA/nNGBfToISLM3pAbYHxfBNw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Deze e-mail bevat inhoud die niet in zijn geheel getoond kan worden. Via
onderstaande link kan het volledige bericht in een browser worden geopend.
Bekijk de nieuwsbrief online:
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/wYj39q+pdOMjpgpLJ4Al8g/nNGBfToISLM3pAbYHxfBNw/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Met vriendelijke groet,
Maastricht University
P.O. Box 616 | 6200 MD Maastricht | The Netherlands