[http://www.leidenuniv.nl/nieuwsbrief/doelgroepnieuwsbrieven/zegel-universiteit-leiden-nl.gif] Persbericht 30 juli 2014 Vrouw en hond samen in de prehistorie Vrouwen en honden hadden in het neolithische tijdperk van jagers, vissers en verzamelaars nauw contact met elkaar. Dat suggereren de Leidse osteoarcheoloog dr. Andrea Waters-Rist en collega-onderzoekers na bestudering van een klein biologisch fossiel. Het werd gevonden bij het skelet van een vrouw op een 8000 jaar oude begraafplaats in Zuid-Siberië. De onderzoekers publiceren hun conclusies in het Journal of Archaeological Science. Lintworm Het eivormige fossiel van ruim 2 bij 3 cm werd aangetroffen op begraafplaats Shamanka II, nabij het Baikalmeer. Het onderzoek wees uit dat het een verkalkte cyste is van een lintwormsoort, de Echinococcus granulosus: de vrouw leed aan Echinokokkose, de ziekte van het meedragen van een parasitaire cyste van de E. granulosus die alleen voorkomt bij honden, wolven en vossen. Nog niet eerder werd de ziekte voor deze periode (of eerder) aangetoond. Voor het doorlopen van de levenscyclus heeft de worm twee gastheren nodig: een planteneter (herbivoor) of mens als tussengastheer en een hond, wolf of vos (carnivoor) als eindgastheer. Vaker bij vrouwen De onderzoekers suggereren voorzichtig dat vrouwen en honden nauw contact hadden met elkaar in het neolithisch tijdperk (een periode uit de prehistorie) omdat de - weinige - tot nu toe gevonden lintwormcystes vaker bij vrouwen dan bij mannen zijn aangetroffen; twee andere parasitaire cystes werden gevonden in een jonge vrouwelijke volwassene op een begraafplaats uit dezelfde tijd als Shamanka II, eveneens gelegen in de regio Lokomotiv. Dit terwijl man en vrouw in principe even bevattelijk zijn voor besmetting. Ook in onze tijd wijzen de cijfers erop dat vrouwen vaker drager zijn van een lintwormcyste. Vrouwen moeten dus ook in de neolithische tijd een wat groter risico op besmetting hebben gelopen. Op basis van de kennis die bestaat over de leefomstandigheden in het neolithische tijdperk, denken de onderzoekers dat vrouwen vaker belast waren met de zorg voor (roedels) gedomesticeerde honden. Deze werden gehouden voor de jacht of voor het hoeden van kuddes. Carnivoor - herbivoor/mens - carnivoor De eindgastheer waarin de lintworm leeft, scheidt eitjes uit met de uitwerpselen. Die eitjes kunnen in het spijsverteringssysteem van de tussengastheer terecht komen. Bij de herbivoren gebeurt dat als ze planten eten die vervuild zijn met uitwerpselen van besmette carnivoren. Mensen kunnen de eitjes ook binnenkrijgen, door vervuilde bosvruchten te eten en door slechte hygiëne. Zo kan een besmette hond de eitjes door zijn likgedrag over zijn hele vacht verspreiden. Een mens die fysiek contact maakt met een dergelijke hond, kan eitjes binnenkrijgen, en zo gaan fungeren als tussengastheer. Dat de besmetting van de mens weer overgaat op eindgastheer hond, wolf of vos is niet zo groot. In de regel zal het gaan via herbivoren, bijvoorbeeld schapen of herten, die worden bejaagd door carnivoren of waarvan de kadavers door de vleeseters worden aangevreten. Zo kunnen ze een cyste binnenkrijgen en lintwormen ontwikkelen. Dat is de wijze waarop de voortplantingscyclus kan voortbestaan. Hoog calciumgehalte De gang van de eitjes door het lichaam van de mens (en de herbivoor) gaat als volgt: de eitjes komen via inname door de mond in het spijsverteringskanaal terecht en in inmiddels getransformeerde vorm in de dunne darm. Daar dringen ze door de wanden heen in de bloedbanen. Vandaaruit kunnen ze worden vervoerd naar een orgaan, het vaakst de lever en de longen, maar ook naar hart, beenderen of hersenen. In het orgaan wordt een blaasje (wormblaas of cyste) gevormd waarin zich kopjes van lintwormen ontwikkelen. Een mens kan hier ernstig ziek van worden en zelfs overlijden. Door het hoge kalkgehalte in het blaasje verkalkt het in het menselijk lichaam in de loop van de tijd tot een fossiel. Over de ziekte Echinokokkose is veel bekend aangezien er vandaag de dag wereldwijd nog 1 miljoen mensen aan lijden. Multicomponent analyses of a hydatid cyst from an Early Neolithic hunter-fisher-gatherer from Lake Baikal, Siberia. Andrea L. Waters-Rist, et al. Volume 50, October 2014, Pages 51-62<http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0305440314002362> Noot voor de redactie, niet voor publicatie: Voor meer informatie: Andrea Waters-Rist: 071-5271685 / a.l.waters@xxxxxxxxxxxxxxxxxx<mailto:a.l.waters@xxxxxxxxxxxxxxxxxx> Inès van Arkel, Adviseur Wetenschapscommunicatie: 071-5273282 / i.van.arkel@xxxxxxxxxxxxxxxx<mailto:i.van.arkel@xxxxxxxxxxxxxxxx>. [http://www.leidenuniv.nl/nieuwsbrief/doelgroepnieuwsbrieven/pay-off.jpg]