[PWC-MEDIA] Persbericht Universiteit Leiden: Ons taalsysteem: toch aangeleerd en niet aangeboren?

  • From: "Universiteit Leiden - Communicatie" <communicatie@xxxxxxxxxxxxx>
  • To: <pwc-media@xxxxxxxxxxxxx>
  • Date: Thu, 21 Feb 2013 10:09:16 +0100

                
Persbericht
21 februari 2013        
          

Ons taalsysteem: toch aangeleerd en niet aangeboren?

Wil je dat kinderen begrijpen wat je zegt, gebruik dan korte, simpele zinnen en 
praat over dingen die ze kunnen toetsen aan de werkelijkheid. Dat blijkt uit 
onderzoek van cognitief psycholoog Jun Lai. In de discussie over de vraag of 
ons taalsysteem aangeboren of aangeleerd is, wijst Lais onderzoek in de 
richting van 'aangeleerd'. Promotie op 26 februari 2013.

Tangconstructie

Het is een intrigerend mysterie hoe kinderen complexe taalconstructies leren, 
zoals de tangconstructie Het kind dat de moeder droeg, huilde. ('Het kind [...] 
huilde' is hier de tang.) Het punt waar taalkundigen en psychologen hun tanden 
op stukbijten is: hoe snapt de jonge taalgebruiker dat niet de moeder huilt, 
maar het kind? Het woord 'huilde' staat in de zin immers veel dichter bij het 
woord 'moeder' dan bij 'kind'. 

Toetsen aan de werkelijkheid

Lais onderzoek laat zien dat de 'letterlijke' afstand tussen de woorden die in 
een zin bij elkaar horen (positionele afstand) eigenlijk niet zo'n probleem is 
voor de taalgebruiker. De zogenoemde semantische afstand is veel belangrijker: 
wat is voor de hand liggend en wat is vreemd? Neem het voorbeeld Het kind dat 
de moeder droeg, huilde. Het feit dat 'kind' en 'huilde' in de zin niet bij 
elkaar staan omdat ze worden gescheiden door 'dat de moeder droeg', is niet zo 
belangrijk. Wel dat het in de verifieerbare werkelijkheid meer voor de hand 
ligt dat een moeder een huilend kind draagt dan andersom, en dat in de regel 
kinderen huilen en niet hun moeders.

Experiment

Dit gebruik van de werkelijkheid om taal te leren/interpreteren, bleek in een 
experiment waarin proefpersonen heel snel de betekenis complexe zinnen van 
moesten aangeven. Soms stonden de woorden die bij elkaar hoorden ver van elkaar 
af, soms juist dicht bij elkaar. In bepaalde gevallen vormden ze een zeer voor 
de handliggend paar (de hond blaft), in andere juist een heel vreemd paar (de 
hond lacht). Uit de test bleek dat proefpersonen complexe zinnen als het 
voorbeeld Het kind dat de moeder droeg, huilde (korte semantische afstand - 
lange positionele afstand) sneller en beter begrijpen dan de eenvoudige 
constructie Het kind droeg de moeder die huilde (lange semantische afstand, 
korte positionele afstand).

Decennia-oude discussie

Tegen de achtergrond van het onderzoek speelt een decennia-oude discussie: is 
taalvaardigheid een uniek menselijk en aangeboren vermogen, zoals taalkundige 
Chomsky sinds de jaren vijftig beweert, of wordt taal niet anders geleerd dan 
alle andere cognitieve vaardigheden zoals sociaal gedrag (zeg tafelmanieren) of 
routineus gedrag (fietsen)? Die zijn door simpele mechanismen als 
conditionering, imitatie en associatie aan te leren. Blijft overeind dat de 
communicatiesystemen bij dieren bij benadering niet zo complex zijn als de 
menselijke taal. 

Praktische tips

Gebruikersvriendelijk taalgebruik tegenover kinderen die een taal leren, zo 
laat Lais onderzoek zien is ten eerste: gebruik in het begin alleen korte en 
simpele zinnen. En ten tweede: praat veel over waarneembare dingen die kinderen 
kunnen verifiëren in de werkelijkheid.

Het promotieonderzoek kon worden uitgevoerd dankzij een NWO-subsidie uit de 
Open Competitie voor dr.Fenna Poletiek, tevens Lais begeleider en co-promotor.

Noot voor de redactie, niet voor publicatie

Meer informatie

Mevrouw Jun Lai 
06-57479998
lai@xxxxxxxxxxxxxxxxx
Jun Lai spreekt alleen Engels


                
        



GIF image

JPEG image

Other related posts:

  • » [PWC-MEDIA] Persbericht Universiteit Leiden: Ons taalsysteem: toch aangeleerd en niet aangeboren? - Universiteit Leiden - Communicatie