Mysterie superieure Leeuwenhoek-microscoop na 350 jaar opgelost
Onderzoekers van de TU Delft en Rijksmuseum Boerhaave hebben een eeuwenoud
raadsel rond de microscopen van Antoni van Leeuwenhoek opgelost. Een bijzondere
samenwerking op het snijvlak van cultuur en wetenschap heeft onomstotelijk aan
het licht gebracht dat de Delftse lakenhandelaar annex amateurgeleerde dunne,
zelfgeslepen lensjes gebruikte.
Gezien de ongeëvenaarde kwaliteit van de microscoopbeelden die Van Leeuwenhoek
produceerde, is dat altijd voor praktisch onmogelijk gehouden. Kleine lenzen
met de hand zo goed slijpen was eenvoudig een brug te ver, aldus de gangbare
opvatting. De oplossing van het mysterie is te danken aan een nieuwe
onderzoeksmethode: de inzet van een neutronenbundel afkomstig uit de
onderzoeksreactor van de TU Delft. Het Reactor Instituut van de TU Delft
gebruikt straling om onderzoek te doen aan materialen, voor energie en
gezondheid.
Geavanceerde methode
De microscopen die Antoni van Leeuwenhoek (1632 -1723) maakte bestonden uit één
lensje, met een 'prikker' waarop het te onderzoeken object werd gespiesd. Waar
de apparaten van tijdgenoten een vergroting van rond de dertig maal bereikten,
maakte Van Leeuwenhoek microscopen die tot tien keer krachtiger waren. Hoe hij
dat voor elkaar kreeg, was tot nu toe een raadsel. Klopte zijn bewering dat hij
een geavanceerde glasblaasmethode uitvond, zoals hij in 1711 in een zeldzaam
openhartig moment losliet tegenover een groepje Duitse edelen? Of was de
kwaliteit van de lens te danken aan secuur slijpwerk?
Van Leeuwenhoeks bewering heeft tot veel speculatie geleid. Talloze suggesties
zijn er gedaan, maar een sluitend antwoord bleef uit. De elf 'Leeuwenhoekjes'
die bewaard zijn gebleven - waarvan vier in de collectie van Rijksmuseum
Boerhaave - dragen het geheim in zich. 'Van Leeuwenhoek klemde zijn lensjes
tussen twee metalen plaatjes die hij met klinknagels verzegelde', aldus Tiemen
Cocquyt, conservator bij het museum en betrokken bij het onderzoek. 'Gezien hun
zeldzaamheid en enorme historische waarde is demonteren geen optie. Op een
gaatje van een halve millimeter na, zijn de lensjes ontoegankelijk. Meer dan
negentig procent zie je niet. En dat al 350 jaar.'
Ongeladen deeltjes
Het raadsel van de Leeuwenhoek-lens is opgelost dankzij een nieuwe technologie.
Die maakt het mogelijk een beeld op te bouwen van het binnenste van de
microscoop zonder dat deze daarvoor opengebroken hoeft te worden. Deze
niet-invasieve beeldvormingsmethode heet neutronentomografie. Het Reactor
Instituut Delft beschikt over een nieuw instrument dat werkt op basis van deze
technologie.
'Tomografie houdt in dat je een object in een neutronenbundel roteert voor het
oog van een camera en er tijdens dat draaien foto's van maakt', legt
onderzoeker Lambert van Eijck van de TU Delft uit. 'Neutronen zijn ongeladen
deeltjes en dringen in tegenstelling tot bijvoorbeeld röntgenstraling door
metaal heen. Nadat je het voorwerp 180 graden hebt rondgedraaid, kun je aan de
hand van de verzameling 2D-beelden met de computer een 3D-beeld van het object
opbouwen.'
Bedreven slijper
Het beeld dat Van Eijck langs deze weg maakte van één van de microscopen van
Rijksmuseum Boerhaave, laat er geen twijfel over bestaan: in een Leeuwenhoek
zit niet een geblazen maar een geslepen lens. 'Blijkbaar was er dus toch geen
exotische productiemethode, maar was Van Leeuwenhoek simpelweg bijzonder
bedreven in het slijpen van zijn minuscule lenzen', aldus Cocquyt.
De Leeuwenhoek-microscoop werd onlangs tot pronkstuk van Nederland gekozen in
de categorie 'ontwerp'. Terecht, vindt Tiemen Cocquyt. 'Het instrument opende
nieuwe werelden en als eerste zag Van Leeuwenhoek er bacteriën, spermacellen en
bloedlichaampjes mee, ontdekkingen die hij publiceerde in het tijdschrift van
de Britse Royal Society.' Met zijn eenvoudige, maar uiterst gespecialiseerde
microscoop zag Van Leeuwenhoek wat niemand eerder had gezien, of zelfs kon
zien. Pas na anderhalve eeuw slaagde men er in microscopen te bouwen die meer
aan het licht brachten.
Een vraag die de onderzoekers nog beantwoord zouden willen zien is of de lens
van een bijzondere glassoort is gemaakt. 'Dat kunnen we onderzoeken met behulp
van gammaspectroscopie', vertelt Van Eijck. 'Een voorwerp wordt door
neutronentomografie namelijk tijdelijk radioactief. De manier waarop die
radioactiviteit vervalt, verklapt welke elementen erin zitten.'
*************************************************************************************
Beeldmateriaal
Download hier<https://d1rkab7tlqy5f1.cloudfront.net/TNW/Media%20kit%20AvL.zip>
een zipbestand met foto's en video's.
Contact
Jerwin de Graaf (persvoorlichter TU Delft)
J.N.deGraaf@xxxxxxxxxx<mailto:J.N.deGraaf@xxxxxxxxxx>
06 - 42 71 72 27
Lambert van Eijck (onderzoeker TU Delft)
L.vanEijck@xxxxxxxxxx<mailto:L.vanEijck@xxxxxxxxxx>
06 - 81 65 61 84
Annette Los (marketing & communicatiemedewerker Rijksmuseum Boerhaave)
annettelos@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx<mailto:annettelos@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx>
071 - 7519960
Tiemen Cocquyt (conservator Rijksmuseum Boerhaave)
tiemencocquyt@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx<mailto:tiemencocquyt@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx>
06 - 39 14 44 40
Attachment:
Beeld1reactor.jpg
Description: Beeld1reactor.jpg
Attachment:
Beeld2neutronentomografie.jpg
Description: Beeld2neutronentomografie.jpg
Attachment:
Beeld3microscoop.jpg
Description: Beeld3microscoop.jpg