[PWC-MEDIA] Persbericht: Effectiviteit algemene aanpak studiesucces twijfelachtig

  • From: "Communicatie RUG" <communicatie@xxxxxx>
  • To: <"Undisclosed-Recipient:;"@freelists.org>
  • Date: Wed, 13 Nov 2013 11:27:45 +0100

        

       

      Persbericht

      Rijksuniversiteit Groningen / nummer 133 / 13 november 2013

       

      Effectiviteit algemene aanpak studiesucces twijfelachtig
       

      Er is alle reden om te twijfelen aan het nut van algemene maatregelen om 
studiesucces te verbeteren. Onderwijskundigen Jan Kamphorst en Ellen Jansen 
komen met deze waarschuwing op basis van onderzoek naar de prestaties van 
eerstejaarsstudenten aan vijf hogescholen in het noordoosten van het land. De 
factoren die het studiegedrag van studenten beïnvloeden, blijken niet bij elke 
opleiding even belangrijk. Daarmee dragen generieke maatregelen die zich 
richten op een enkele factor soms weinig tot niets bij aan studievoortgang. 
Studiesucces is volgens Kamphorst en Jansen dan ook meer gebaat bij maatwerk en 
aandacht voor de hele keten van factoren per opleiding. Kamphorst promoveert op 
donderdag 13 november aan de Rijksuniversiteit Groningen.

       

      De laatste jaren is met veel daadkracht gewerkt aan het verbeteren van 
rendementen van universiteiten en hogescholen. Zogeheten generieke maatregelen 
als het bindend studieadvies kregen daarbij veel nadruk. Dergelijke op 
instellingsniveau ingevoerde maatregelen hebben de omstandigheden en spelregels 
voor alle studenten veranderd, maar het blijft de vraag of zij per opleiding 
evenveel effect sorteren. Het onderzoek van Kamphorst doet vermoeden dat de 
mate waarin de samenhangende factoren het studiesucces voor 
eerstejaarsstudenten verklaren, verschilt voor specifieke opleidingen en 
groepen studenten. Volgens Kamphorst en Jansen sluiten deze bevindingen aan bij 
al bekende inzichten over universitaire eerstejaarsstudenten. 

       

      Aansluitingsmonitor
      De door Kamphorst geanalyseerde data zijn vergaard door de werkgroep 
Aansluitingsmonitor, die elke twee jaar de overgang van middelbarescholieren 
naar opleidingen in het hoger onderwijs registreert. Uit de beschikbare cijfers 
blijkt dat uitval en twijfel veel voorkomt tijdens deze overgang. In de periode 
2005-2010 vond twee derde van de totale uitval plaats in het eerste jaar van 
HBO-opleidingen. De vijf onderzochte hogescholen laten een flinke dynamiek 
zien: 35 procent van de instromende eerstejaars gaat niet door in de opleiding 
van de eerste keuze. Voor drie verschillende studies in dit onderzoek zijn 
gegevens gebruikt uit vragenlijsten die zijn afgenomen bij eerstejaarsstudenten 
in het studiejaar 2008-2009 in het kader van deze Aansluitingsmonitor. Met een 
tweede vragenlijst verzamelde Kamphorst aanvullende data in cursusjaren 
2006-2007 en 2008-2009.

       

      Zelfvertrouwen en competentie
      De Aansluitingsmonitor biedt een zee aan informatie over tal van factoren 
die in verband worden gebracht met studiesucces. Voorbeelden zijn het 
eindexamencijfer voor wiskunde op de middelbare school, de studiestijl, de 
contacturen, het zelfvertrouwen en de wil om een begonnen opleiding ook 
daadwerkelijk voort te zetten. Kamphorst gebruikte gecombineerde analytische 
modellen om conclusies te kunnen trekken voor zowel de volledige 
studentenpopulatie van de onderzochte studiejaren als uitgesplitste groepen. Zo 
blijkt uit psychologische modellen dat zelfvertrouwen en de intentie om te 
blijven sterke voorspellers zijn van studievoortgang. Faalangst en twijfel over 
de juistheid van de studiekeuze zijn gecorreleerd aan uitstelgedrag en 
daadwerkelijke uitval, maar niet voor alle studenten op dezelfde manier. 

       

      Verschillen per sekse, opleidingsgebied en afkomst
      Uitgesplitst naar bijvoorbeeld sekse en specifiek opleidingsgebied 
ontstaat echter een ander beeld. Bij studenten met een allochtone achtergrond 
vergroot zelfvertrouwen juist de neiging tot uitstelgedrag en zijn het geloof 
in eigen kunnen en intrinsieke motivatie relatief belangrijk voor 
studievoortgang. Op die studievoortgang heeft uitstelgedrag bij deze groep geen 
effect, terwijl dit bij autochtone studenten wel het geval is. 

       

      Contacturen hebben effect op studievoortgang bij gezondheidszorg en 
sociale studies, terwijl bij economie nadruk op zelfstudie meer soelaas biedt. 
In de sector techniek is diversiteit geboden: contacturen zijn relatief 
belangrijk voor mannen, terwijl voor vrouwen juist mogelijkheid tot zelfstudie 
van belang is voor de studievoortgang. In de sector economie is in algemene zin 
tevredenheid over het onderwijs zowel wat betreft kennis en vaardigheden als 
actieve werkvormen bij studenten belangrijk, maar dat is weer minder het geval 
bij sociale studies en al helemaal niet bij gezondheidszorg. Ook een actieve 
voorbereiding op bijvoorbeeld actief leren heeft een gevarieerd effect bij de 
diverse opleidingsgebieden. 

       

      Twijfel 
      Een brede conclusie die Kamphorst nadrukkelijk onderschrijft, is het 
belang van de wil van een student om bij een opleiding te blijven. Een flink 
deel van de eerstejaarsstudenten bij veel opleidingen twijfelt aan het begin 
van de studie. Juist gedurende die eerste maanden wordt deze wil gevormd en 
bevestigd. Uit de diverse door Kamphorst gebruikte modellen blijkt dat de wil 
om door te gaan erg belangrijk is voor studiesucces. Het wegnemen van twijfel 
en versterken van de wil om te blijven, vraagt bij de verschillende opleidingen 
een verschillende aanpak: bij de ene opleiding is de uitbreiding van het aantal 
contacturen kansrijk, bij de andere juist zelfstudie. Een laatste nuchter 
inzicht in studiesucces ziet Kamphorst in persoonlijke doelgerichtheid die voor 
elke student telt: 'Je moet het uiteindelijk zelf doen.'

       

      Curriculum Vitae
      Jan Kamphorst studeerde Onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen 
en is onderwijskundig adviseur bij de Hanzehogeschool in Groningen. Kamphorst 
verdedigt donderdag 14 november zijn proefschrift 'One size fits all? 
Differential effectiveness in higher vocational education'. Zijn promotor is 
prof. dr. W.H.A. Hofman. Copromotors zijn dr. Ellen Jansen, universitair 
hoofddocent aan de Universitaire Lerarenopleiding van de RUG, en C. Terlouw.

       

      Noot voor de redactie
      Contact: Jan Kamphorst: tel.: 050-5957616, email: 
j.c.kamphorst@xxxxxxxxxxx

      Ellen Jansen: tel.: 050-3633644, email: e.p.w.a.Jansen@xxxxxx 


--------------------------------------------------------------------------

      Redactie

      Afdeling Communicatie / Postbus 72, 9700 AB Groningen / 050-363 44 44 / 
communicatie@xxxxxx / www.rug.nl

        

       

      Afmelden Persberichten

      E-mail: communicatie@xxxxxx 

       

      Rijksuniversiteit Groningen

      De Rijksuniversiteit Groningen is een mondiaal georiënteerde research 
universiteit, geworteld in Groningen, City of Talent. Bevindt zich op 
invloedrijke ranglijsten in de top 100. Is geliefd bij studenten (27.300) en 
medewerkers (5250 fte) uit binnen- en buitenland. Zij worden uitgedaagd het 
beste uit zichzelf te halen; talent krijgt de ruimte, kwaliteit staat centraal. 
De universiteit werkt actief samen met maatschappelijke partners en profileert 
zich op de thema's Healthy Ageing, Energy en Sustainable Society.
     
       
     

 

 

PNG image

PNG image

PNG image

PNG image

Other related posts:

  • » [PWC-MEDIA] Persbericht: Effectiviteit algemene aanpak studiesucces twijfelachtig - Communicatie RUG