[PWC-MEDIA] Persbericht TU Delft: Combinatie microscopietechnieken geeft twee keer scherper beeld

  • From: Jerwin de Graaf <J.N.deGraaf@xxxxxxxxxx>
  • To: "pwc-media@xxxxxxxxxxxxx" <pwc-media@xxxxxxxxxxxxx>
  • Date: Tue, 10 Dec 2019 08:01:09 +0000

Onderzoekers van de TU Delft hebben twee bestaande technieken binnen de 
superresolutie-microscopie gecombineerd tot een nieuwe methode. Veel experts 
zagen het combineren van de technieken als iets dat technisch onmogelijk was. 
Met de nieuwe, gecombineerde methode kunnen onderzoekers de minuscule 
onderdelen van levende cellen beter dan ooit in beeld brengen. Dat kan onder 
meer leiden tot nieuwe inzichten in de gezondheidszorg.

Superresolutiemicroscopie is een grensverleggende technologie waarmee 
onderzoekers in het binnenste van levende cellen kunnen kijken. De techniek 
maakt gebruik van de lichtgevende eiwitten die onder meer in kwallen te vinden 
zijn. Onderzoekers kunnen deze fluorescerende eiwitten met behulp van 
genbewerking aan moleculen vast knutselen.

Als ze zo'n eiwit vervolgens met een laser beschijnen, geeft het iets later een 
klein beetje licht af. Gevoelige sensoren vangen de lichtsignaaltjes op en 
onderzoekers kunnen met die data een plaatje opbouwen, geholpen door algoritmen 
die de waardevolle gegevens uit de ruis filteren. De ontwikkeling van 
superresolutiemicroscopie was een enorme sprong voorwaarts. "Met een gewone 
optische microscoop kun je op een schaal van ongeveer een halve micron 
afbeeldingen maken", vertelt onderzoeker Sjoerd Stallinga. "Met 
superresolutiemicroscopie kun je dat tien keer zo goed doen."

[https://d1rkab7tlqy5f1.cloudfront.net/News/2018/09_Sept/TU%20Delft/diffraction-limit.jpg]

Verder verfijnen
Het veld van de superresolutiemicroscopie ontwikkelde zich het afgelopen 
decennium razendsnel. In 2008 kregen drie toponderzoekers de Nobelprijs voor de 
Chemie voor het ontdekken en ontwikkelen van het lichtgevende eiwit, GFP (Green 
Fluorescent Protein) genaamd. In 2014 namen drie andere onderzoekers de 
Nobelprijs in ontvangst voor het gebruik van de eiwitten binnen wat bekend kwam 
te staan als 'superresolutiemicroscopie'. Sindsdien zoeken experts van over de 
hele wereld naar manieren om de techniek verder te verfijnen. Het is een ware 
race naar de bodem.

Binnen de superresolutiemicroscopie bestaan momenteel twee methoden. Bij de 
eerste methode, Single Molecule Localization Microscopy (SMLM) genaamd, zorgen 
onderzoekers ervoor dat moleculen willekeurig aan of uit staan. "Het grootste 
deel van de tijd staan ze uit, maar soms lichten ze op", legt Stallinga uit. 
"Als je dan een filmpje maakt, zie je een blinkende sterrenhemel, waarbij elk 
puntje een lichtvlek van één molecuul is. Doordat de verschillende moleculen 
maar af en toe aanstaan, kun je hun locatie heel precies bepalen. En als je het 
hele filmpje analyseert, kun je een reconstructie maken van de celstructuur 
waar je naar kijkt."

Licht boetseren
De beperking van de SMLM-methode is dat er maar enkele honderden tot enkele 
duizenden fotonen van de moleculen afkomen. Ter vergelijking: het aantal 
fotonen dat op je netvlies valt als je naar je eigen hand kijkt, is ongeveer 
1.000.000.000.000.000. "De vraag die we onszelf hebben gesteld is: hoe kunnen 
we het minieme beetje licht dat van de fluorescerende moleculen komt nog beter 
gebruiken?", zegt onderzoeker Carlas Smith.

Dat is waar de tweede stroming binnen de superresolutiemicroscopie om de hoek 
komt kijken. Bij deze methode, Structured Illumination Microscopy (SIM) 
boetseren onderzoekers het laserlicht tot een heel fijn gestreept patroon van 
licht-donker-licht-donker. Dat patroon projecteren ze vervolgens op hun sample. 
"Als een molecuul zich in een lichtstreepje bevindt, slaan we het aan en zendt 
het fotonen uit, waardoor we het zien. Ligt het molecuul in een donker gebied, 
dan zien we het niet", legt Smith uit. "Door zowel een lichtpatroon met 
horizontale als met verticale streepjes over het sample te leggen en dat heen 
en weer te schuiven, kunnen we de locatie van moleculen heel precies bepalen."
[tubulin_paint]
Drie dimensies
Na veel theoretisch en praktisch werk is het de Delftse onderzoekers gelukt om 
de twee technieken, SMLM en SIM, te combineren in één opstelling. Ze noemen hun 
nieuwe techniek SIMFLUX. Om aan te tonen dat de methode werkt, brachten de 
onderzoekers een kunstmatig geproduceerde DNA-structuur in beeld. "We zijn 
daarna nog een jaar bezig geweest om in een cel te kijken", zegt onderzoeker 
Bernd Rieger. Die inspanningen leverden een duidelijk beeld op van de 
eiwitdraden en -buisjes die samen het skelet van een cel vormen: het zogeheten 
cytoskelet.

De nieuwe methode is een flinke stap voorwaarts. Onderzoekers kunnen ermee 
inzoomen op structuren van tussen de vijf en tien nanometer. Dat is ongeveer 
twee keer zo goed als met de bestaande SMLM-methode mogelijk was. Valt er nog 
meer te verbeteren? Waarschijnlijk wel. "De logische volgende stap zou zijn om 
beelden te maken in drie dimensies", zegt Rieger. "Dat is ook weer een grote 
uitdaging, maar we hebben al wat ideeën."

***

Meer informatie:

"Localization microscopy at doubled precision with patterned illumination", 
Jelmer Cnossen, Taylor Hinsdale, Rasmus Thorsen, Marijn Siemons, Florian 
Schueder, Ralf Jungmann, Carlas Smith, Bernd Rieger, Sjoerd Stallinga, Nature 
Methods

Contact:

Sjoerd Stallinga
s.stallinga@xxxxxxxxxx<mailto:s.stallinga@xxxxxxxxxx>
015 278 35 38

Jerwin de Graaf (persvoorlichter TU Delft)
J.N.deGraaf@xxxxxxxxxx<mailto:J.N.deGraaf@xxxxxxxxxx>
06 42 71 72 27

Wilt u geen persberichten van de TU Delft meer ontvangen? Stuur een mailtje 
naar m.h.m.kester@xxxxxxxxxx<mailto:m.h.m.kester@xxxxxxxxxx>.
Dit bericht is afkomstig van de TU Delft, Communication, Postbus 5, 2600 AA 
Delft, www.tudelft.nl<http://www.tudelft.nl>.

PNG image

JPEG image

PNG image

Other related posts:

  • » [PWC-MEDIA] Persbericht TU Delft: Combinatie microscopietechnieken geeft twee keer scherper beeld - Jerwin de Graaf