Persbericht Rijksuniversiteit Groningen / nummer 12 / 1 februari 2011 Personeelsbeleid Artsen zonder Grenzen: professioneel én idealistisch Het personeelsbeleid van Artsen zonder Grenzen (AzG) is professioneel en idealistisch. Tegelijkertijd ziet de organisatie zich gesteld voor een aantal uitdagingen, zo blijkt uit onderzoek van RUG-socioloog Valeska Korff. Net als veel andere humanitaire organisaties heeft AzG grote moeite om personeel voor langere tijd aan zich te binden. Zestig procent van het personeel gaat maar één keer op een buitenlandse missie. Dat percentage kan wellicht dalen als meer personeel uit ontwikkelingslanden wordt aangetrokken en als koppels de mogelijkheid krijgen samen op missie te gaan, concludeert Korff. Zij promoveert op 9 februari aan de Rijksuniversiteit Groningen. Humanitaire hulp draait om het verstrekken van voedsel, onderdak, medische verzorging en andere noodhulp aan slachtoffers van gewapende conflicten en rampen. Idealisme en goede bedoelingen alleen zijn daarbij niet genoeg, zo is sinds de jaren negentig steeds duidelijker geworden. Om werkelijk effectieve hulp te kunnen verlenen en om politiek onafhankelijk te blijven, zijn humanitaire organisaties steeds professioneler gaan werken. RUG-promovenda Valeska Korff analyseerde het personeelsbeleid van Artsen zonder Grenzen. Ze stelt vast dat de organisatie zeer professioneel te werk gaat, maar ook nog voor een aantal uitdagingen staat. Professioneel personeelsbeleid Een belangrijke uitdaging voor AzG is personeel voor langere tijd aan zich te binden, zodat er minder vaak nieuwe medewerkers opgeleid en ingewerkt hoeven worden. AzG is zich hiervan zeer bewust, zo blijkt uit onderzoek van beleidsstukken door Valeska Korff. De afgelopen vijftien jaar is de organisatie steeds professioneler personeelsbeleid gaan voeren, vergelijkbaar met dat in het bedrijfsleven. Tegelijkertijd is er echter aandacht voor het idealisme en de motivatie van de werknemers. Effectief introductieprogramma Het introductieprogramma voor nieuw personeel is een zeer effectief instrument voor AzG, zo blijkt. Personeelsleden die deelnemen aan het intensieve achtdaagse programma vol groepsactiviteiten en lezingen, zijn aanzienlijk tevredener over hun werk, vinden hun werk relevanter en blijven langer in dienst van de organisatie. Korff: 'Het introductieprogramma lijkt met name zeer effectief in het vergroten van de motivatie van medewerkers. Op het verkleinen van onzekerheden over de uit te voeren taken heeft het minder effect.' Korff veronderstelt dat mensen die werken in de humanitaire en non-profitsector vooral intrinsiek gemotiveerd zijn en dat introductieprogramma's in deze sectoren daarom vooral nuttig zijn om deze motivatie aan te wakkeren en te stimuleren. Gevaar speelt geen rol De risico's van het werk en de werklocatie vormen voor personeelsleden nauwelijks een aanleiding om de organisatie te verlaten, zo toont een analyse van gegevens uit de personeelsadministratie aan. Wel zien zij vaker af van een nieuwe uitzending wanneer zij een relatie hebben. Voor medewerkers in medische functies speelt het een rol dat zij hun medische bevoegdheid kunnen verliezen wanneer zij lang in het buitenland werken. Bovendien kunnen zij in hun thuisland vaak aantrekkelijke functies krijgen. Korff: 'Wellicht kan AzG medische staf uit westerse landen langer aan zich binden door partners samen op missie te laten gaan. Verder zijn de mogelijkheden beperkt. Marktconforme salarissen zal AzG niet betalen; medewerkers moeten uit idealisme voor het werk kiezen.' Personeel uit ontwikkelingslanden AzG kan personeel langer aan zich binden door het vaker in ontwikkelingslanden te werven. Personeel uit deze landen blijft aanzienlijk langer in dienst, zo blijkt uit dit onderzoek. Korff: 'Van oudsher hebben humanitaire organisaties vooral gewerkt met personeel uit ontwikkelde, westerse landen. Dat is de afgelopen jaren veranderd, ook bij AzG. Niet alleen uit ethische overwegingen, omwille van de zelfbeschikking van ontwikkelingslanden, maar ook omdat het goedkoper en efficiënter is dan steeds nieuw personeel uit westerse landen op te leiden. Mijn onderzoek laat zien dat diversificatie van het personeelsbestand kan helpen het personeelsverloop tegen te gaan.' Curriculum vitae Valeska Korff (Thailand, 1981) studeerde culturele antropologie en ontwikkelingssociologie in Leiden. Ze verrichtte haar promotieonderzoek aan de basiseenheid sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen, en binnen onderzoeksschool ICS. Promotors zijn prof. Rafael Wittek en prof. Melinda Mills, copromotor is dr. Liesbet Heyse. Korff werkt inmiddels als onderzoeker aan Stanford University in de VS. De titel van haar proefschrift luidt: 'Between Cause and Control. Management in a Humanitarian Organization'. Noot voor de pers Voor meer informatie: Valeska Korff, tel. 011 415 940 1025 (tussen 17.00-21.00 uur Nederlandse tijd. Vanaf maandag is ze een paar dagen in Nederland), e-mail: vpkorff@xxxxxxxxxxxxx Korffs begeleider, Liesbet Heyse, kan ook ingaan op het onderzoek: tel. 050-363 6234, e-mail: l.heyse@xxxxxx -------------------------------------------------------------------------- Redactie Afdeling Communicatie / Postbus 72, 9700 AB Groningen / 050-363 44 44 / communicatie@xxxxxx / www.rug.nl Afmelden Persberichten E-mail: communicatie@xxxxxx Rijksuniversiteit Groningen De Rijksuniversiteit Groningen is een mondiaal georiënteerde research universiteit, geworteld in Groningen, City of Talent. Bevindt zich op invloedrijke ranglijsten rond de top-100. Is geliefd bij studenten (27.000) en medewerkers (5500) uit binnen- en buitenland. Zij worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen; talent krijgt de ruimte, kwaliteit staat centraal. De universiteit werkt actief samen met maatschappelijke partners en profileert zich op de thema's Healthy Ageing, Energy en Sustainable Society.