[PWC-MEDIA] Persbericht: gen voor aangeboren afwijking bij jongens

  • From: <UMCStRadboud@xxxxxxx>
  • To: undisclosed-recipients:;
  • Date: Fri, 26 Nov 2010 13:46:48 +0100

 

 


 


PERSBERICHT 


Nijmegen, 26 november 2010    

 

EMBARGO tot zondag 28 november 2010, 19.00 uur, i.v.m. publicatie in Nature 
Genetics

 

Nieuw gen voor aangeboren afwijking aan geslachtsorgaan

 

De kinderurologen van het UMC St Radboud opereren jaarlijks zo'n honderd 
jongetjes die geboren zijn met hypospadie. Bij hen mondt de plasbuis niet uit 
op het topje van de penis, maar bijvoorbeeld ergens halverwege, aan de basis 
van de penis of zelfs in of bij de balzak. Nijmeegse genetici, epidemiologen en 
kinderurologen zijn op zoek gegaan naar de oorzaken van deze aangeboren 
afwijking. Ze vonden onverwacht een sterke relatie met een gen, dat tot nu toe 
niet in verband werd gebracht met hypospadie (Nature Genetics on line, 28 nov).

 

In de familie

Eén op de 375 jongetjes wordt geboren met hypospadie. Ze worden vaak al in het 
eerste levensjaar geopereerd. Toch kan de aandoening later nog vervelende 
psychische en seksuele gevolgen hebben, waarover niet graag gesproken wordt. 
Dat er bij hypospadie genetische factoren in het spel zijn, was al langer 
duidelijk. Bij ongeveer vijf procent van de patiënten komt de aandoening 
namelijk ook ergens anders in de familie voor, bijvoorbeeld bij een neef of een 
oom. De overerving van hypospadie is echter complex, bij de meeste patiënten 
spelen vele kleine genetische afwijkingen een rol.

Toch moeten er ook andere dan erfelijke factoren een rol spelen. Het lijkt er 
zelfs op, dat de afwijking tegenwoordig vaker voorkomt dan vroeger. 'Als dit 
klopt, is de vraag waar dat mee te maken kan hebben,' zegt één van de leiders 
van het onderzoek, reproductie-epidemiologe dr. Nel Roeleveld. 'Blootstelling 
aan schadelijke stoffen of medicijnen? Het voedingspatroon van de moeder? Een 
combinatie van genetische en omgevingsfactoren?'

 

AGORA

Bij het UMC St Radboud loopt een uitgebreid onderzoek naar de oorzaken van 
verschillende aangeboren afwijkingen, het AGORA-project. Hypospadie is er één 
van. De ouders van zo'n achthonderd jongens die hiervoor in het Radboud 
geopereerd zijn, hebben lijsten met vragen over hun leef- en werkomstandigheden 
ingevuld. Ze lieten ook hun bloed en dat van hun zoontje prikken. Eerst hebben 
de onderzoekers gezocht naar variaties in genen, die een rol spelen bij de 
vorming van geslachtshormonen. 'We vonden daar geen verhoogd risico,' aldus 
onderzoekster drs. Loes van der Zanden. 'Misschien zijn kleine genetische 
variaties in deze geslachtshormonen minder belangrijk bij het ontstaan van 
hypospadie dan we tot dusver dachten.'

 

X-chromosoom

Vervolgens namen de onderzoekers het volledige genoom onder de loep, in een 
zogenoemde genoombrede associatiestudie. Daaruit kwam een onverwachte en 
opmerkelijk sterke relatie naar voren tussen enkele variaties in het gen DGKK 
en hypospadie. Een jongen met een afwijkend DGKK-gen heeft een 2,5 keer grotere 
kans op hypospadie dan andere jongens. Om hierover meer zekerheid te krijgen is 
dit deel van het onderzoek herhaald met patiënten van het Karolinskaziekenhuis 
in Stockholm. Dat bevestigde de Nijmeegse resultaten.

Over het DGKK-gen, dat op het X-chromosoom ligt en dus bij jongens altijd 
afkomstig is van de moeder, is alleen bekend dat het betrokken is bij 
communicatie tussen lichaamscellen. Hoe dat leidt tot hypospadie is nog een 
raadsel. 

 

Als een gezin een zoon heeft met hypospadie, is de kans 14 procent dat een 
volgende zoon er ook mee geboren wordt. Als de tweede zoon echter de gevonden 
variant in het DGKK-gen erft, is zijn kans op hypospadie beduidend groter, 
namelijk 27 procent. 

 

Nog niet afgerond is het deel van het onderzoek, waarin gekeken wordt naar 
combinaties van genen en  andere factoren die mogelijk van invloed zijn, 
bijvoorbeeld omgevingsfactoren.

 

 

Noten voor de redactie

 

Common variants in DGKK are strongly associated with risk of hypospadias. Loes 
F.M. van der Zanden, Iris A.L.M. van Rooij, Wout F.J. Feitz, Jo Knight, A. 
Rogier, T. Donders, Kirsten Y. Renkema, Ernie M.H.F. Bongers, Sita H.H.M. 
Vermeulen, Lambertus A.L.M. Kiemeney, Joris A. Veltman, Alejandro 
Arias-Vásquez, Xufeng Zhang, Ellen Markljung, Liang Qiao, Laurence S. Baskin, 
Agneta Nordenskjöld, Nel Roeleveld, Barbara Franke, Nine V.A.M. Knoers. Nature 
genetics, nov 28, 2010. 

 

Het AGORA-onderzoek staat onder leiding van prof.dr. Wout Feitz (Urologie), 
prof.dr. Nine Knoers (Antropogenetica) en dr. Nel Roeleveld (Epidemiologie, 
Biostatistiek en HTA). 

 

 

Persvoorlichters bij het UMC St Radboud: 024-3618910, buiten kantooruren 06 512 
914 46.

E-mail voor de media: umcstradboud@xxxxxxx


Klik voor meer persberichten:
http://www.umcn.nl/persberichten

Afmelden?

Stuur een bericht naar umcstradboud@xxxxxxx

 




Het UMC St Radboud staat geregistreerd bij de Kamer van Koophandel in het 
handelsregister onder nummer 41055629.
The Radboud University Nijmegen Medical Centre is listed in the Commercial 
Register of the Chamber of Commerce under file number 41055629.

JPEG image

Other related posts:

  • » [PWC-MEDIA] Persbericht: gen voor aangeboren afwijking bij jongens - UMCStRadboud