Duurzame/slimme/flexibele/CO2-arme/ecologische kennissteden? Kies uw label met zorg Slimme steden, ecologische steden, duurzame steden, intelligente steden. Onderzoekers van de TU Delft, de Universiteit van Fudan en de Universiteit van Westminster zijn tot de conclusie gekomen dat het wezenlijk verschil kan maken welk 'label' aan een grootstedelijk gebied wordt toegekend. Deze week doen ze in het Journal of Cleaner Production verslag van hun bevindingen. Concurrentiepositie In de afgelopen decennia zijn er in grootstedelijke gebieden overal ter wereld tal van initiatieven ontwikkeld die moeten leiden tot een beter milieu en betere sociale en economische omstandigheden, met als doel steden aantrekkelijker te maken en hun concurrentiepositie te versterken. Dergelijke inspanningen worden door beleidsmakers, planners en vakmensen met een veelheid van termen aangeduid. Enkele veelvoorkomende labels zijn 'duurzame stad', 'ecologische stad', 'CO2-arme stad', 'flexibele stad', 'leefbare stad' en 'slimme stad'. Deze concepten lijken vaak uitwisselbaar. Maar verwijzen ze inderdaad allemaal naar dezelfde of een soortgelijke aanpak van stedelijk beleid en ontwikkeling? Maakt het iets uit welke term je gebruikt voor stadsontwikkeling of stadsvernieuwing? Stedelijke concepten 'Dit onderzoek<http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0959652615001080> werpt een wezenlijk nieuw licht op de overeenkomsten en verschillen tussen de twaalf belangrijkste stedelijke concepten op basis waarvan duurzame verstedelijking wordt gepromoot', aldus prof. Martin de Jong van de TU Delft. 'De onderzoeksbevindingen zijn gebaseerd op een stelselmatige en grondige bibliometrische analyse van meer dan 1400 wetenschappelijke artikelen die tussen 1996 en 2013 zijn gepubliceerd.' Een greep uit de belangrijkste bevindingen: - 'Duurzame stad' (sustainable city) is veruit de meest voorkomende categorie, gevolgd door 'slimme stad' (smart city), 'digitale stad' (digital city), 'ecologische stad' (eco city) en 'groene stad' (green city). - De categorie 'slimme stad' kent een snel groeiend profiel en begint oudere concepten als 'duurzame stad' en 'ecologische stad' geleidelijk te overvleugelen. - 'Kennisstad' (knowledge city) en 'bestendige stad' (resilient city) hebben een duidelijk afgebakend profiel, maar worden aanzienlijk minder vaak gebruikt dan bovengenoemde benamingen. - 'Leefbare stad' (liveable city), 'intelligente stad' (intelligent city), 'informatiestad' (information city) en 'alomtegenwoordige stad' (ubiquitous city) hebben een betrekkelijk onduidelijk profiel. Ze nemen een marginale positie in, of zijn onbelangrijke afgeleiden van 'duurzame stad' of 'slimme stad'. Andere gezichtspunten 'Behalve verschillen in frequentie zijn er ook significante conceptuele verschillen aan het licht gekomen tussen de twaalf geanalyseerde concepten. Ze benaderen de duurzame verstedelijking elk vanuit een ander gezichtspunt. In die zin kunnen ze dus niet als onderling uitwisselbaar worden aangemerkt', stelt De Jong. 'Deze bevindingen laten duidelijk zien dat er tussen deze twaalf moderne stadscategorieën waarmee stadsontwikkeling en stadsvernieuwing worden gepromoot, niet alleen overeenkomsten bestaan, maar ook conceptuele verschillen. Lessen voor praktijk Naast theoretische inzichten biedt dit onderzoek ook belangrijke lessen voor beleid en praktijk: de keuze voor een bepaalde stadscategorie is wel degelijk van belang, aangezien niet bij alle categorieën het begrippentrio milieu-economie-samenleving in relatie tot stadsontwikkeling op dezelfde manier wordt benaderd. We kunnen dan ook niet zomaar aannemen dat stedelijke transformaties op basis van duurzame verstedelijking ongeacht de gebruikte categorie automatisch tot een "win-win-winsituatie" leidt.' Meer informative De Jong, M., et al., Sustainable-smart-resilient-low carbon-eco-knowledge cities; making sense of a multitude of concepts promoting sustainable urbanization, Journal of Cleaner Production (2015), http://dx.doi.org/10.1016/j.jclepro.2015.02.004 http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0959652615001080 Eerste auteur: prof. Martin de Jong, TU Delft & Universiteit van Fudan: W.M.deJong@xxxxxxxxxx<mailto:W.M.deJong@xxxxxxxxxx> Corresponderend auteur: prof. Simon Joss, Universiteit van Westminster en directeur van Global Eco City Network: josss@xxxxxxxxxxxxxxxxx<mailto:josss@xxxxxxxxxxxxxxxxx> Adviseur wetenschapscommunicatie TU Delft: Roy Meijer, 015-2781751, r.e.t.meijer@xxxxxxxxxx<mailto:r.e.t.meijer@xxxxxxxxxx> Op verzoek is een pdf van het artikel beschikbaar.