[Image]
Persbericht Wageningen University & Research
29 oktober 2020
Landbouwbedrijven hebben steeds meer bronnen van inkomsten
Steeds meer agrarische bedrijven halen hun inkomen uit andere dan pure
landbouwactiviteiten. Slechts een derde van de Nederlandse agrarische bedrijven
legt zich toe op de primaire productie van bijvoorbeeld melk of varkensvlees en
richt zich op de wereldmarkt. Zij proberen tegen zo laag mogelijke kosten te
produceren. De overige bedrijven hanteren een veelzijdiger strategie om
inkomsten te genereren. Dat blijkt uit een enquête-onderzoek naar
bedrijfsstrategie en toekomstperspectief van uitgeverij Agrio en Wageningen
University & Research.
De enquête die deze zomer werd gehouden onder ruim 1200 agrarische bedrijven
laat een aanzienlijke verbreding van inkomstenbronnen zien ten opzichte van het
laatste grootschalig onderzoek midden jaren negentig naar bedrijfsstrategieën
in de landbouw. In 1995 combineerde 22% van de bedrijven landbouw met andere
bedrijfsactiviteiten, nu is dat 50%.
Agrarische bedrijven hanteren diverse strategieën om inkomen uit hun
activiteiten te genereren. De meest oorspronkelijke route is die van de
primaire productie van akkerbouwgewassen, zoals tarwe, en veeteelt, met melk,
vlees of eieren als producten. In de afgelopen decennia hebben agrariërs naast
akkerbouw en veehouderij ook andere inkomstenbronnen gegenereerd. Tegenwoordig
is er een heel scala aan activiteiten zoals agro-toerisme, agrarisch
natuurbeheer, een zorgboerderij en activiteiten die geen specifieke agrarische
link hebben, zoals energieproductie met zonnepanelen of windmolens. Puur en
alleen landbouwproductie komt nog maar bij de helft van de bedrijven voor,
terwijl dat in 1995 nog op 78% van de bedrijven het geval was.
Han Wiskerke, hoogleraar Rurale sociologie aan Wageningen University &
Research, die het onderzoek begeleidde, noemt de toegenomen diversiteit van
strategieën binnen de landbouw onderbelicht. „Het beeld in de media werd het
afgelopen jaar vooral gedomineerd door de stroming die zich richt op
specialisatie en schaalvergroting. Uit ons onderzoek blijkt dit slechts één van
de vele stromingen te zijn.”
Arbeidsmarkt gunstig voor extra activiteiten
De bedrijven die zich richten op verbreding en toegevoegde waarde (zoals eigen
productverwerking), genereren opmerkelijk meer arbeid. Daarmee leveren ze een
bijdrage aan de werkgelegenheid en de leefbaarheid van het platteland. Volgens
Wiskerke zou het goed zijn als overheden zich bewust zijn van het feit dat
bepaalde vormen van landbouwontwikkeling ook veel werkgelegenheid creëren. „Ik
heb de indruk dat beleid gericht op het behouden en creëren van werkgelegenheid
op het platteland zich niet op landbouw maar op andere economische sectoren
richt.” Wiskerke plaatst daarbij wel een kanttekening. “De activiteiten die
potentieel veel werkgelegenheid creëren doen zich vooral voor nabij steden en
in toeristische gebieden (met name langs de kust), omdat daar nu eenmaal de
meeste mensen wonen of recreëren en daar dus de meeste consumenten en afnemers
van die boerendiensten te vinden zijn."
Ontevreden over inkomen uit landbouw
Uit het onderzoek blijkt dat boeren die zich richten op specialisatie en
productie voor de wereldmarkt op veel fronten afwijken ten opzichte van boeren
met een andere strategie. Dat neemt niet weg dat voor alle boeren geldt dat ze
ontevreden zijn over de inkomsten uit agrarische activiteiten. Bijna de helft
is erg ontevreden of behoorlijk ontevreden. Het minst tevreden over het inkomen
uit de landbouw zijn boeren met een bedrijfsstrategie waarbij zij zgn.
groenblauwe diensten leveren, zoals beheer van sloten, en verbreding, zoals
zorglandbouw of agrotoerisme. Daarentegen zijn deze boeren wel het meest
tevreden over hun bedrijfsinkomen. Maar ook voor de boeren die zich richten op
specialisatie en productie voor de wereldmarkt is het moeilijk om met alleen
landbouw rond te komen, constateert prof. Wiskerke. “Puur van landbouw
rondkomen is moeilijk.”
Veranderende regelgeving als belemmering
Als grootste belemmering voor bedrijfsontwikkeling staat bij alle
bedrijfsstrategieën met stip op één: steeds veranderende regelgeving. 63
procent van de deelnemers kruiste dit aan. Agrariërs hebben behoefte aan een
duidelijke langjarige overheidsvisie. “Daarop kunnen zij hun bedrijfsstrategie,
waarbij vaak investeringen gemoeid zijn, inrichten,” licht prof. Wiskerke toe.
Kwart van gezinsinkomen afhankelijk van landbouw
Uit het onderzoek blijkt dat van alle bedrijven in de enquête slechts een kwart
voor het gezinsinkomen volledig afhankelijk is van de landbouw. Bij de overige
75 procent bestaat het gezinsinkomen uit landbouw plus andere
bedrijfsactiviteiten, een baan buiten het bedrijf of een combinatie daarvan.
“Dat kan een teken van bittere noodzaak zijn, omdat ondernemers het met alleen
landbouw financieel niet redden”, zegt prof. Wiskerke. “Maar het kan ook een
uiting zijn van veranderende opvattingen over wat goed of toekomstbestendig
agrarisch ondernemerschap is.” Tien jaar geleden gaf 72 procent van de
ondernemers van multifunctionele bedrijven aan dat direct contact met burgers
en consumenten de belangrijkste drijfveer was voor verbreding. Ook financiële
risicospreiding werd toen door de helft genoemd. “En het kan ook een teken zijn
van een verdere emancipatie van de boerin/vrouw van de boer, waarbij de nadruk
ligt op een eigen carrière en inkomen buiten het bedrijf of een eigen
bedrijfsactiviteit voortkomend uit eigen expertise en interesse. Het zijn toch
overwegend vrouwen, veelal met werkervaring buiten de landbouw, die de
drijvende kracht zijn achter verbredingsactiviteiten."
Verantwoording onderzoek
Het onderzoek naar agrarische bedrijfsontwikkeling is een initiatief van
uitgeverij Agrio en is in samenwerking met de leerstoelgroep Rurale sociologie
van Wageningen University & Research opgezet. Eind juli en begin augustus
voerde marktonderzoeksbureau Geelen Consultancy het onderzoek digitaal uit. Aan
het onderzoek namen ruim 1200 boeren deel. Het aandeel biologische boeren (6
procent) en veebedrijven is licht oververtegenwoordigd en tuinbouwbedrijven
zijn juist ondervertegenwoordigd.
NOOT VOOR DE REDACTIE
Voor meer informatie neem contact op met prof. Han Wiskerke, tel. 0317 482679 /
482088, Mobiel: 06 51337686, han.wiskerke@xxxxxx<mailto:han.wiskerke@xxxxxx>.
Of bij Robert Ellenkamp, Agrio, tel. 06 53927541,
r.ellenkamp@xxxxxxxx<mailto:r.ellenkamp@xxxxxxxx>.
Wageningen University & Research (WUR) combineert fundamentele en toegepaste
kennis vanuit de missie ‘To explore the potential of nature to improve the
quality of life’. Zo draagt WUR bij aan het oplossen van belangrijke vragen in
het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Onze ruim 6.500 medewerkers
(ruim 5.500 fte) en meer dan 12.000 studenten laten zich inspireren door
natuur, maatschappij en technologie. Inspiratie die ons al meer dan een eeuw in
staat stelt om te verwonderen, kennis te ontwikkelen en deze wereldwijd toe te
passen. En dat doen we niet alleen, maar zoveel mogelijk samen met overheden,
het bedrijfsleven, non-gouvernementele organisaties en andere
kennisinstellingen.