Persbericht Wageningen Universiteit, nr. 064, 5 september 2013 http://www.wageningenur.nl/nl/nieuws-wageningen-ur/Show/Certificering-aquacultuur-een-van-de-strategieen-voor-duurzame-zeeproducten.htm Certificering aquacultuur: één van de strategieën voor duurzame zeeproducten Certificering van gekweekte zeeproducten – vis, schaal- en schelpdieren – draagt bij aan duurzame productie, maar heeft ook ernstige beperkingen. Certificering moet daarom worden beschouwd als één van de vele benaderingen om aquacultuur richting duurzaamheid te sturen. Dit betoogt een internationaal team van onderzoekers onder leiding van Wageningen University in een wetenschappelijke publicatie die op 6 september verschijnt in Science. Aquacultuur is wereldwijd een van de snelst groeiende systemen voor de productie van voedsel en levert momenteel zo'n 13% van het wereldwijde aanbod van dierlijke eiwitten. Bijna de helft van het wereldaanbod vis en schaal- en schelpdieren wordt op deze manier geproduceerd. Met de snelle uitbreiding van de sector groeit ook de bezorgdheid over de effecten die aquacultuur heeft op milieu en samenleving. In reactie hierop hebben certificeringsprogramma’s, ontwikkeld door maatschappelijke organisaties (ngo's) zoals het in Nederland gevestigde Aquaculture Stewardship Council (ASC), standaarden ontwikkeld voor het meten van de milieu- en maatschappelijke prestaties van aquacultuur. Gebaseerd op het werk van een internationaal netwerk van onderzoekers betoogt het onderzoeksteam dat certificering van aquacultuur zijn beperkingen heeft als governance-instrument (beleids-instrument) voor duurzamer productie. De beperkingen betreffen verscheidene aspecten. Ten eerste is certificering van aquacultuur begrensd wat betreft het wereldwijde volume dat gecertificeerd kan worden, aangezien de vraag naar gecertificeerde vis en schaal- en schelpdieren zich momenteel beperkt tot de VS en Europa, terwijl het merendeel van vis en schaal- en schelpdieren op andere markten wordt geconsumeerd. De impact van certificering heeft ook zijn beperkingen voor wat betreft het bereiken van bredere duurzaamheidsdoelstellingen en concentreert zich op afzonderlijke kwekerijen in plaats van op de cumulatieve impact die kwekerijgemeenschappen of meerdere kwekerijen op een locatie hebben op de omgeving. Bovendien is het lastig stakeholders bij de certificering te betrekken, met name kleinschalige producenten in ontwikkelingslanden waar het overgrote deel van de wereldwijde productie plaatsvindt. De implicatie van deze beperkingen is dat certificering beschouwd moet worden als slechts één mogelijkheid in een spectrum aan strategieën voor het reguleren van duurzame productie. De aanname dat derdewereldlanden niet bereid of in staat zijn aquacultuur te reguleren, is niet meer algemeen van toepassing. Veel van deze landen hebben ervaring met internationale regelgeving op het gebied van voedselveiligheid. Sommige van hun interne markten zijn zo groot dat ze invloed hebben op de wereldmarkt van aquacultuurproducten. Certificering dient daarom beschouwd te worden als onderdeel van een breder scala aan beleidsinstrumenten om duurzame aquacultuurproductie te stimuleren. Bovendien moet wereldwijde certificering beter aansluiten bij duurzaamheidsprogramma's op nationaal niveau. Verder onderzoek is nodig om te bepalen welke hybride vormen van milieubeleid ontwikkeld kunnen worden die verder gaan dan louter certificeren en in plaats daarvan gebruikmaken van de specifieke competenties van landen, de particuliere sector en organisaties zoals het ASC. Certificeringsvolume Slechts 4,6% van de wereldwijde aquacultuurproductie is op dit moment gecertificeerd. De dertien belangrijkste soorten die momenteel door het ASC worden gedekt, vormen 41,6% van de wereldwijde aquacultuurproductie, wat betekent dat 58,4% van de aquacultuurproductie van die soorten niet gecertificeerd kan worden. De invoering onlangs van twee extra keurmerken voor multi-species standaarden heeft het potentieel certificeerbare volume uitgebreid tot 73,5%. In de praktijk zullen de nieuwe standaarden echter resulteren in een groei van niet meer dan 0,1% van het gecertificeerd volume, omdat veel van de potentieel certificeerbare productie afkomstig is uit landen zoals China, waar weinig vraag is naar duurzaamheidscertificering. Publicatie S. R. Bush, B. Belton, D. Hall, P. Vandergeest, F. J. Murray, S. Ponte, P. Oosterveer, M. S. Islam, A. P. J. Mol, M. Hatanaka, F. Kruijssen, T. T. T. Ha, D. C. Little, R. Kusumawati. Certify Sustainable Aquaculture? Science Vol. 341: 1067-1068, 6 september 2013. NOOT VOOR DE REDACTIE Voor meer informatie kunt u contact opnemen met dr. Simon Bush, leerstoelgroep Milieubeleid, Wageningen University, tel. 0317 483310, mobiel 06 1020 7773, simon.bush@xxxxxx<mailto:simon.bush@xxxxxx> of via Jac Niessen, wetenschapsvoorlichter Wageningen UR, tel 0317 485003, jac.niessen@xxxxxx<mailto:jac.niessen@xxxxxx> De missie van Wageningen UR (University & Research centre) is ‘To explore the potential of nature to improve the quality of life’. Binnen Wageningen UR bundelen 9 gespecialiseerde onderzoeksinstituten van stichting DLO en Wageningen University hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 6.000 medewerkers en 9.000 studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.