Persbericht
15 juni 2017
Op donderdag 15 juni publiceert het vooraanstaande Scientific Reports
het artikel Anger provocation in violent offenders leads to emotion
dysregulation [1] uit het promotieonderzoek van Franca Tonnaer, onder
begeleiding van Arnoud Arntz en Maaike Cima, aan de Faculty of
Psychology and Neuroscience van de Universiteit Maastricht. Het
onderzoek is verricht in samenwerking met Forensisch Psychiatrisch
Centrum De Rooyse Wissel in Oostrum. Franca Tonnaer wilde onderzoeken
waarom het mensen zonder geweldverleden lukt hun woede te reguleren en
zichzelf op het juiste moment af te remmen, maar geweldplegers niet.
Haar onderzoek vergelijkt de hersenen van geweldplegers met die van
mensen zonder geweldverleden in de fMRI scanner tijdens een
emotieprovocatie en een emotieregulatietaak. Opmerkelijk resultaat: de
hersenen van de geweldplegers uit de tbs-kliniek blijken voortdurend
getriggerd om woede te reguleren, maar als het écht nodig is, laat het
betreffende deel van de hersenen verstek gaan. Dat is nieuwe en
belangrijke informatie voor de behandeling van gewelddelinquenten.
Tbs-kliniek
Tijdens haar onderzoek aan De Rooyse Wissel raakte Franca Tonnaer
gefascineerd door thema’s als risicotaxatie en recidiverisico’s en wilde
ze ontdekken hoe patiënten met een verleden van ernstig geweld met woede
en agressie omgaan. Om dat te bestuderen in de hersenscanner vroeg ze de
medewerking van 16 mannelijke tbs-patiënten met een serieus
geweldverleden – (poging tot) moord en doodslag, vermogensdelicten met
geweld, mishandeling en huiselijk geweld – en van 18 mannen zonder
geweldverleden. De match werd gemaakt op basis van leeftijd, opleiding
en handdominantie (links- of rechtshandig, want dat heeft invloed op de
hersenoriëntatie). De patiënten uit de tbs-kliniek hadden allemaal een
verlofstatus, anders was de procedure te ingewikkeld en moesten er te
veel veiligheidsmaatregelen worden genomen. Iedereen nam vrijwillig deel
tegen een kleine financiële vergoeding.
Boos, blij, neutraal
Voor haar onderzoek werden drie scenario’s met twee verschillende
instructies aan de deelnemers voorgelegd. Eén scenario bestond uit
verhalen die woede opriepen, een ander bood verhalen die blijdschap
genereerden, en het derde scenario was neutraal. Bij ieder scenario
kregen de deelnemers achtereenvolgens twee instructies: ofwel om zich
volledig te focussen op de emotie in het verhaal (de provocatie), ofwel
om zich af te leiden van het verhaal (regulatie). De verhalen werden
telkens in korte stukjes van 15 seconden voorgelezen, zodat de emotie
zich langzaam kon opbouwen. Een mooi voorbeeld van een ‘woede’-verhaal
is de medewerker die wordt getreiterd door een collega, door zijn baas
niet wordt geloofd, daardoor status verliest op het werk, een ongeluk
veroorzaakt op de snelweg omdat de collega hem ook in het voorbijrijden
pest, en door de politie buiten zijn schuld wordt veroordeeld. Een blij
verhaal gaat bijvoorbeeld over het winnen van de loterij, een heerlijke
vakantie, etc. In de neutrale verhalen gebeurt er zo goed als niets.
Emoties
Eerder onderzoek op dit gebied keek meestal naar frustratie, sadisme of
emoties, dus Tonnaer’s aanpak is uiterst vernieuwend. Franca Tonnaer:
“Ons onderzoek laat zien dat bij geweldplegers die de instructie krijgen
zich volledig te laten gaan in hun emotie en zich te richten op hun
woede, het gebied in de hersenen dat regulering signaleert heel actief
is. Maar als gevraagd wordt om écht te reguleren, lijkt dat niet te
lukken. Misschien is er sprake van overregulering, waardoor het
betreffende hersengebied uitgeput raakt. Je zou hieruit kunnen
concluderen dat geweldplegers in hun behandeling minder getraind moeten
worden op het voortdurend reguleren van hun emoties, maar moeten leren
wanneer ze die regulering moeten inzetten.” Het onderzoek van Tonnaer
toont bovendien aan dat de deelnemende geweldplegers significant meer
woede voelden bij de provocatieve verhalen. Dat gold niet voor de
neutrale en blije verhalen.
Deze publicatie is een voorloper op het onderzoek dat in het onlangs
opgerichte Centre for Integrative Neuroscience (CIN) zal worden
verricht. CIN is een centrum waarin toponderzoekers van de faculteiten
FHML, FPN en SBE op het gebied van de cognitieve neuroscience
samenwerken.
Noot voor de pers:
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht
bij Margot Krijnen, persvoorlichter UM, tel. 043 388 52 30, e-mail
Margot.Krijnen@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx. [2]
De afdeling Marketing and Communications van de UM is bereikbaar via
e-mail pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx [3]. Voor urgente zaken buiten
kantooruren: 06 36 43 34 88.
De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op
www.maastrichtuniversity.nl/pers [4]. Zie ook het Webmagazine [5] voor
interessant onderzoek aan de UM en volg ons op Twitter: @MaastrichtU
[6].
[1]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/3stP7T5HVAiNxhJfCI16kA/2Vp+6ed2NgOVHhibIR1A1A/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[2] mailto:xx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[3] mailto:pers@xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
[4]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/XKbxbF2K8UZBsW7zEzndKQ/2Vp+6ed2NgOVHhibIR1A1A/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[5]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/Pw5hyY6Mu1ks6I86qb4OZw/2Vp+6ed2NgOVHhibIR1A1A/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
[6]
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/1DiAfehWnEXU6GOYmO8Mjw/2Vp+6ed2NgOVHhibIR1A1A/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Deze e-mail bevat inhoud die niet in zijn geheel getoond kan worden. Via
onderstaande link kan het volledige bericht in een browser worden geopend.
Bekijk de nieuwsbrief online:
http://mailing.maastrichtuniversity.nl/public//r/1lQjhp2ORGe36RWwUfEJIw/2Vp+6ed2NgOVHhibIR1A1A/Lp6R1B5+diLpphX2TIMN4Q
Met vriendelijke groet,
Maastricht University
P.O. Box 616 | 6200 MD Maastricht | The Netherlands