Vijf VIDI's voor onderzoekers TU Delft Vijf onderzoekers van de TU Delft hebben een VIDI-subsidie voor hun onderzoeksvoorstel ontvangen van NWO. De onderwerpen zijn divers: van verborgen schilderijen tot verbeterde robotarmen en het oproepen van positieve emoties door productontwerpers. VIDI is een subsidie van NWO gericht op vernieuwende onderzoekers die een aantal jaar onderzoek hebben gedaan op postdoc-niveau. Onderzoekers worden met de VIDI's in staat gesteld om een eigen onderzoekslijn te ontwikkelen en daartoe één of meer medewerkers aan te stellen. De subsidie bedraagt maximaal 800.000 euro. De competitie was fors: volgens NWO was het honoreringspercentage in deze ronde Vidi-toekenningen met 15 procent het laagste ooit binnen de Vernieuwingsimpuls. De vijf Delftse ontvangers van een VIDI zijn: Over de schouder van Van Gogh Prof.dr. Joris Dik (36) gaat als het ware over de schouder van beroemde schilders meekijken. Dik: 'Onder het zichtbare oppervlak van de doeken van Oude Meesters gaan verschillende verflagen schuil die inzicht bieden in de maakwijze en restauratiegeschiedenis van schilderijen. Via dit VIDI-project wil ik draagbare, beeldvormende technieken ontwikkelen om deze lagen ruimtelijk en in kleur zichtbaar te maken.' Traditioneel steunt het onderzoek van onderliggende verflagen op doordringende, 2d-afbeeldingstechnieken (zoals infrarood-reflectografie en röntgen-radiografie) aangevuld met het nemen van samples van de verf. Dit heeft echter nadelen. De technieken zijn gevoelig voor een beperkt aantal soorten verf en ze geven slechts een 2d-plaatje van een meer complex, 3d-systeem; ook richt het nemen van de samples schade aan en is de informatie alleen lokaal. Dik stelt daarom een fundamenteel andere aanpak voor. Hij wil de techniek TeraHertz-spectroscopie gebruiken om grenzen tussen verflagen in kaart te brengen en röntgen-fluorescentie spectroscopie om de distributie van pigmenten in deze lagen te bepalen. 'Deze combinatie zal ons informatie op micrometerniveau geven van verborgen verflagen. We zullen dit toepassen om een aantal open vragen over bekende schilderijen aan te pakken, van Rembrandts Portret van een oude man tot een van de zelfportretten van Vincent van Gogh. Over vijf jaar willen we deze nieuwe technologie toepasbaar hebben voor musea.' Joris Dik oogstte eerder veel belangstelling met zijn onderzoek naar oude schilderijen. In 2008 legde hij bijvoorbeeld bij een schilderij van Vincent van Gogh een onderliggende afbeelding van het hoofd van een vrouw bloot. Contact: j.dik@xxxxxxxxxx <mailto:j.dik@xxxxxxxxxx> (best bereikbaar via email) Trots, plezier en fascinatie door producten Industrieel ontwerper dr.ir. Pieter Desmet (38) onderzoekt de rol van positieve emoties in de interactie tussen mensen en producten. Desmet: 'Tijdens het gebruiken van consumentenproducten kunnen mensen allerlei positieve en negatieve emoties ervaren. Ik wil analyseren hoe producten verschillende positieve emoties, zoals trots, plezier, en fascinatie opwekken, en wat de invloed is van deze emoties op het productgebruik.' Mensen ervaren allerlei emoties bij het gebruik van producten. Deze emoties zijn essentieel voor productontwerpers, want producten die 'niet goed voelen' worden simpelweg niet gekocht of gebruikt. Desmet: 'We begrijpen nog te weinig over hoe producten kunnen worden ontworpen om positieve emoties op te roepen. Ook de diverse aard van deze emoties is nog onvoldoende bestudeerd. Fascinatie, plezier en trots zijn fundamenteel verschillend. Daar wordt in ons vakgebied nog geen recht aan gedaan. Algemeen emotie-onderzoek doet dit wel, maar dat focust bijna volledig op negatieve emoties in plaats van op positieve.' Met ondersteuning van deze VIDI wil Desmet principes ontdekken en testen waarmee ontwerpers hun producten positieve emoties kunnen laten opwekken. Contact: p.m.a.desmet@xxxxxxxxxx <mailto:p.m.a.desmet@xxxxxxxxxx> (best bereikbaar via email) Houterige robot-armen worden soepel Dr.ir. Martijn Wisse (34) doet onderzoek naar de beweging van robots. 'Een fabrieksrobot beweegt houterig en inefficiënt', vertelt Wisse. 'Bij nieuwe bewegingen doen mensen dat ook, maar die worden al snel soepeler en effectiever dankzij het lerend vermogen en dankzij een uitgekiende lichaamsbouw. In dit onderzoek gaan robot-armen ook soepel leren bewegen.' (Foto: Kick Smeets) Een natuurlijke manier van bewegen zal robots lichter, efficiënter en veiliger maken dan de huidige industriële robots, verwacht Wisse, waardoor ook nieuwe toepassingsgebieden binnen bereik komen, zoals het behandelen van voedsel. Het startpunt van het project is de leidende positie die het Delftse robotonderzoek heeft op het gebied van natuurlijk lopende, tweebenige robots. Dit werk, onder leiding van Martijn Wisse, verwierf wetenschappelijk en bij een breder publiek grote belangstelling, onder meer met de looprobots Denise en Flame. 'In tegenstelling tot de meeste lopende robots richten wij ons, met succes, op een natuurlijke, menselijke manier van lopen. Daardoor zijn er weinig of geen controlemechanismes nodig om toch een stabiele, efficiënte manier van lopen te bereiken.' Wisse wil deze aanpak nu uitbreiden naar het ontwerp van natuurlijk bewegende robotarmen. Slimme combinaties van ontwerpelementen, zoals veren en actuatoren, moeten leiden tot natuurlijke 'slingerbewegingen', die vervolgens worden geoptimaliseerd. Ten tweede wil Wisse software ontwerpen waarmee de robots kunnen 'leren' hoe ze optimaal gebruik kunnen maken van hun ontwerp. Contact: m.wisse@xxxxxxxxxx <mailto:m.wisse@xxxxxxxxxx> , 015-2786834 (best bereikbaar via e-mail) Moeiteloos navigeren in vijf dimensies VIDI-ontvanger dr. Jantien Stoter (39) werkt aan innovaties voor Geo-informatie technologie via een gecombineerde aanstelling bij TUD en Kadaster, de geo-informatie producent van Nederland. '2D- of 3D-informatie over wegen, gebouwen, eigendommen worden nu nog per tijdstip (of periode) en per detailniveau apart opgeslagen. Ik onderzoek een manier om deze informatie één keer en geïntegreerd 5D vast te leggen waarbij deze later variabel is te gebruiken. Hierdoor wordt moeiteloos navigeren door ruimte, tijd en schaal mogelijk, vrij van tegenstrijdigheden.' Geo-informatie technologie bestudeert hoe je data die verbonden zijn met een locatie op het aardoppervlak efficiënt en consistent kunt vastleggen, beheren, analyseren en presenteren. Deze geografische data representeren de 'werkelijkheid', die in twee vormen verdeeld kan worden: discrete objecten (een huis, een gasleiding) en continue ruimtelijke natuurlijke fenomenen (bijvoorbeeld geluidsniveau op een locatie of informatie over de geologische ondergrond). De geometrische omschrijving van geografische data wordt meestal vastgelegd door geografische lengte, geografische breedte en hoogte (in drie dimensies). De vierde dimensie van geografische data is de tijd. Stoter: 'In mijn onderzoek identificeer ik nog een vijfde dimensie, te weten schaal: sommige toepassingen vereisen immers gedetailleerde data, terwijl andere toepassingen om data vragen die een overzicht geven. Hoewel schaal een bekend concept is binnen de geoinformatie-technologie, is het idee om het als een extra dimensie van geografische data geïntegreerd met de andere dimensies te combineren, nieuw. Binnen deze VIDI wil ik de basis leggen voor de integratie van deze vijf dimensies in één representatie.' Contact: j.e.stoter@xxxxxxxxxx <mailto:j.e.stoter@xxxxxxxxxx> , 06-52062383 De kwantumcomputer gecorrigeerd Dr. Leonardo DiCarlo (34) is actief op het gebied van kwantum-nanowetenschap. 'Het meten aan en de controle van individuele kwantumsystemen is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van kwantum-informatietechnologie', zegt hij. Een superefficiënte kwantumcomputer die grote getallen zeer snel kan ontbinden in factoren, steunt op de correctie van zeer kleine foutjes in de componenten van die computer (de zogenoemde qubits). Voor DiCarlo 'is quantum error correction de volgende mijlpaal in vaste-stof kwantumberekeningen.' Een kwantumcomputer zal volgens DiCarlo waarschijnlijk een supergeleidend circuit zijn; een grotere versie van de elektrische chips waarmee hij nu al kwantum-algoritmes mee kan uitvoeren. DiCarlo en zijn team zullen nieuwe meet- en feedbackcontrole-technieken ontwikkelen waarmee de kwantumcomputer (in ontwikkeling), zichzelf kan corrigeren. Contact: l.dicarlo@xxxxxxxxxx <mailto:l.dicarlo@xxxxxxxxxx> , 015-2786097 Meer informatie NWO, afdeling Voorlichting en Communicatie, (070) 344 0713, voorlichting@xxxxxx <mailto:voorlichting@xxxxxx> Persbericht NWO: http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_8BCDHD <http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_8BCDHD> Lijst met VIDI-toekenningen: http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_8BCCY3 <http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_8BCCY3> Wetenschapsvoorlichter TU Delft Ilona van den Brink, (015) 2784259, i.vandenbrink@xxxxxxxxxx <mailto:i.vandenbrink@xxxxxxxxxx> U ontvangt dit bericht via de PWC-medialijst. U kunt zich afmelden via www.platformwetenschapscommunicatie.nl <file://www.platformwetenschapscommunicatie.nl/> . Dit bericht is afkomstig van de TU Delft, Marketing & Communicatie, Postbus 5, 2600 AA Delft, www.tudelft.nl <http://www.tudelft.nl/> .