[cid:image005.jpg@01CBDF26.52288690] [cid:image006.jpg@01CBDF26.52288690] Persbericht NIOZ en Darwin Centrum 10 maart 2011 “Mini-organismen regeren uiteindelijk onze planeet” Intacte moleculen uit celwanden zijn prima indicatoren voor levende micro-organismen in zee Metingen van concentraties van nog volledig intacte vetmoleculen uit celwanden van micro-organismen geven uitstekende informatie over hun activiteit in ecosystemen. NIOZ-promovenda Angela Pitcher ontwikkelde nieuwe analysemethoden voor zulke moleculen en toonde daarmee aan dat bepaalde micro-organismen volop actief zijn langs de Nederlandse kust, in de Arabische Zee en in heetwaterbronnen. Angela Pitcher vat haar resultaten als volgt samen: “Ik denk dat deze membraanvet analyses bij ecologische studies aan micro-organismen een uitstekende aanvulling zijn op de bestaande genetische analyses. En omdat er op de wereld zoveel meer kilo’s microben dan mensen zijn, regeren deze mini-organismen uiteindelijk in belangrijke mate onze planeet. We kunnen ze dus maar beter goed leren kennen”. Angela Pitcher verdedigt haar proefschrift op 18 maart a.s. aan de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. Nieuwe analysemethode Celwanden van micro-organismen zijn vaak opgebouwd uit heel karakteristieke vetmoleculen, die daarom ook uitstekend gebruikt kunnen worden als indicatoren voor het voorkomen van bepaalde typen microben. Oerbacteriën die behoren tot de Crenarchaeota bouwen hun celwanden op uit tetra-etherlipiden (GDGT’s). Angela Pitcher bestudeerde of deze verbindingen inderdaad zo geschikt zijn om de activiteit van deze microben in diverse ecosystemen te meten. De membraanvet analyse biedt hierbij een duidelijke toegevoegde waarde ten opzichte van genetische methoden gebaseerd op de analyse van erfelijk materiaal in de vorm van DNA of RNA. Een belangrijk nadeel van de huidige metingen aan membraanvetten is echter dat het onduidelijk is of de gemeten moleculen afkomstig zijn van levende of dode cellen. In de celmembranen van Crenarchaeota bestaat de kern van de moleculen uit een GDGT-koolwaterstofketen waaraan één of meerdere polaire suiker of suiker-fosfaatkoppen zijn gebonden (fig.1). Als een cel dood gaat, dan worden deze koppen in water zeer snel afgesplitst van het centrale deel van het molecuul. Voor de meting van de intacte moleculen ontwikkelde Angela Pitcher een nieuwe analysemethode, waarbij ze deze eerst scheidde van de kernmoleculen zonder koppen. Ze paste de nieuwe methode vervolgens toe op monsters uit een drietal gebieden. Noordzee kustwater De nieuwe analysemethode werd ingezet om het seizoensgebonden voorkomen van ammoniakoxiderende Crenarchaeota (AOC) in het kustwater van de Noordzee te meten in monsters genomen vanaf de NIOZ-steiger in het Marsdiep. De analyses vertoonden hierbij dezelfde trend als de genetische analyses. Uit beide typen metingen bleek dat in de afgelopen vijf jaar deze microben altijd in de winter bloeiden en dat de bloei stopte zodra de voorjaarsbloei van algen in maart goed op gang kwam. Kweekexperimenten in het laboratorium met in zeewater opgelost 13C gemerkt kooldioxide (bicarbonaat) toonden aan dat kooldioxide inderdaad de koolstofbron is voor de celgroei; de AOC nemen dus net als algen kooldioxide uit zeewater op en dat is weer in evenwicht met de lucht erboven. Indische Oceaan De verdeling in de verticale waterkolom van één van de gevonden moleculen in de Arabische Zee, het hexose-fosfohexose crenarchaeol (fig. 1), werd gekenmerkt door een maximale concentratie in de zuurstofminimumzone op zo’n 170 m diepte. Dit maximum kwam ook hier overeen met de resultaten van de genetische analyses. Heetwaterbronnen in Californië De analyses bevestigden dat het membraanvetmolecuul crenarchaeol ook volop werd aangemaakt in heetwaterbronnen in Californië. Dit gebeurt hier bij temperaturen van maar liefst 70-90•C door volledig aan de hoge temperaturen aangepaste microben. Ook hier kwamen de membraanvetgehalten weer goed overeen met de concentraties van erfelijk materiaal. Dit onderzoek werd medegefinancierd vanuit het Darwincentrum voor Biogeowetenschappen. Titel proefschrift: Pitcher, A.M. Intact polar lipids of ammonia-oxidizing Archaea: Structural diversity and application in molecular ecology. GEOLOGICA ULTRAIECTINA. Mededelingen van de Faculteit Geowetenschappen Universiteit Utrecht No. 337, 228 pp., ISNB 978-90-5744-198-1. Promotie: De verdediging van het proefschrift vindt plaats op vrijdag 18 maart om 10:30 (precies) in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht, Domplein 29. Promotoren zijn NIOZ onderzoekers en tevens hoogleraren aan de Universiteit Utrecht prof. Jaap Sinninghe Damsté en prof. Stefan Schouten. Onderschriften voor fotobijlagen: Fig. 1: Molecuulstructuren van intacte polaire vetten uit de celwand van Crenarchaeota. De bovenste vier GDGT moleculen vormen de apolaire kernlipiden en de onderste vier suiker- en suiker-fosfaatstructuren vormen de polaire koppen; [GDGT] staat hier voor de kernlipiden. Fig. 2: Angela Pitcher werkt haar analyses uit. Meer informatie voor de pers (niet voor publicatie): - Prof. dr. Stefan Schouten, stefan.schouten@xxxxxxx<mailto:stefan.schouten@xxxxxxx> ; T: 0222 369 565 - Prof. dr. Jaap Sinninghe Damsté, jaap.damste@xxxxxxx<mailto:jaap.damste@xxxxxxx> ; T: 0222 369 550 - Dr. Jan Boon, Communicatie & PR, jan.boon@xxxxxxx<mailto:jan.boon@xxxxxxx> ; T: 0222 369 466, M: 06 2096 3097 Over het NIOZ: Het NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek is het nationale oceanografische instituut en is één van de instituten van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De missie van het NIOZ is het verkrijgen en communiceren van wetenschappelijke kennis van zeeën en oceanen voor een beter begrip van het systeem en een duurzaam beheer van onze planeet, het beheren van de nationale faciliteiten voor zeeonderzoek en het ondersteunen van onderzoek en onderwijs in Nederland en in Europa. Het instituut is in 1876 opgericht en heeft thans ongeveer 250 werknemers in dienst. Het jaarbudget bedraagt €25 miljoen. Elf van onze senior-onderzoekers zijn tevens als hoogleraar verbonden aan een Nederlandse universiteit. Per jaar publiceert het NIOZ ongeveer 200 artikelen in de internationale wetenschappelijke literatuur. Onze voornaamste taak betreft fundamenteel onderzoek (‘Hoe werkt de zee?’), maar wij verrichten ook onderzoek voor het nationale en internationale beleid en het bedrijfsleven wanneer dit goed aansluit bij het fundamentele werk.
Attachment:
Annrep-Pitcher-fig 1.png
Description: Annrep-Pitcher-fig 1.png
Attachment:
fig.2-MR.jpg
Description: fig.2-MR.jpg